Aansluiten op ouders met niet-westerse migratieachtergrond

Hoe kan opvoedinformatie beter aansluiten op ouders met een niet-westerse migratieachtergrond? Op die vraag geeft het onderzoek ‘Superdivers opvoeden’ van dr. Christa Nieuwboer antwoord. Opvoedinformatie is pas écht valide als alle ouders ermee uit de voeten kunnen.

Nieuwboer analyseerde voor dit onderzoek de opvoedinformatie die Opvoeden.nl met deskundigen ontwikkelt en voerde gesprekken met 82 ouders. De aanbevelingen gaan onder meer over de manier waarop de opvoedadviezen geschreven zijn, namelijk vanuit moderne cultuur waarin het individuele kind centraal staat. Deze adviezen zijn voor ouders uit een traditionele cultuur minder goed te aanvaarden, omdat zij aangeven meer vanuit collectief te denken. In haar onderzoek doet Nieuwboer doet enkele aanbevelingen om in schrijfstijl beter bij deze ouders aan te sluiten.

Marokkaanse, Turkse en Surinaamse ouders

Voorafgaand aan het praktijkonderzoek zocht Nieuwboer op basis van cijfers en literatuur uit wat de grootste culturele groepen in Nederland zijn. Van de niet-westerse groepen in de grote steden gaat het vooral om Marokkaanse, Turkse en Surinaamse ouders. Vervolgens is gekozen om met name met niet-westerse opvoeders in gesprek te gaan over de opvoedvragen die bij hen spelen en wat zij van de adviezen van Opvoeden.nl vinden.

Bijvoorbeeld door hen te vragen om een lijst met adviezen uit de teksten te beoordelen. “De adviezen van Stichting Opvoeden.nl zijn samengesteld met deskundigen uit de wetenschap en praktijk”, aldus Nieuwboer. “Dat maakt het betrouwbaar, maar de opvoedinformatie is pas écht valide als ouders ermee uit de voeten kunnen. De adviezen worden sterker als de stem van zo veel mogelijk ouders, in al hun diversiteit, meegenomen wordt. Daarmee vermijd je eenzijdigheid en verhoog je de bruikbaarheid voor grotere groepen ouders.”

Modern, neutraal of traditioneel perspectief

Naast het praktijkonderzoek, voert Nieuwboer een toets uit op zo’n 20 teksten van Opvoeden.nl aan de hand van literatuur. Ze geeft daarbij aan of er duidelijk een modern, een neutraal of een traditioneel perspectief achter het advies zit. Een voorzichtige conclusie op dit moment is dat een groot deel sterk modern gekleurd is en dus minder goed aansluit op de opvoedvragen van ouders die traditionele waarden hoog houden.

Bijvoorbeeld als het gaat om seksualiteit. Nieuwboer: “In Nederland zijn wij gewend om jongens en meisjes op dezelfde manier te behandelen. Ook als het om seksualiteit gaat. Het advies is bijvoorbeeld om met kinderen te praten over anticonceptie. Dat is niet vanzelfsprekend. Een meer traditioneel perspectief is om geen seks voor het huwelijk te hebben. Zo’n advies is dus niet voor alle ouders aanvaardbaar. Zo is ook het advies ‘praat met je kind over menstruatie en over zaadlozing’ misschien wel te makkelijk. In sommige culturen wordt er écht niet over gepraat. In het onderzoek kunnen ouders vertellen wat zij hierin nodig vinden en welk advies hen zou ondersteunen.” De resultaten van het onderzoek leiden mogelijk tot aanpassingen van teksten of de Schrijfwijzer.

Online platforms

Tot slot onderzoekt Nieuwboer op welke online platforms ouders uit verschillende culturen actief zijn. Via deze platforms kunnen we de ouders kennis laten maken met de betrouwbare opvoedinformatie, maar ook oproepen doen voor bijvoorbeeld het Landelijk Ouderpanel.

Meer weten?

Wil je een bijdrage leveren aan dit onderzoek, heb je vragen of ken jij online platforms waar deze ouders op actief zijn? Neem dan contact op met directeur Els Verkerk via els.verkerk@stichtingopvoeden.nl of 088-11 80 200. Benieuwd naar wat Opvoeden.nl nog meer doen op het gebied van diversiteit? Lees dan dit artikel waarin Christa Nieuwboer vertelt over het project met vrouwelijke migranten in Den Haag.

Bron: stichtingopvoeden.nl