‘In Nederland mag dat niet!’ Met de beste bedoelingen probeert de hulp­verlener in de documentaire ‘Die kleine is alles voor mij’ de jonge moeder in het opvanghuis ervan te overtuigen dat het geven van een tik op de billen in Nederland verboden is. Stoïcijns kijkt moeder voor zich uit. ‘Ze mag blij zijn met een tik op haar billen. In Brazilië ben ik wel wat anders gewend. Daar kreeg ik klappen met schoenen en een riem.’ ‘Ja ik snap dat het heel moeilijk is en dat het je soms tot hier zit, maar toch: in Nederland mag het niet.’ Hoe hard de hulpverlener ook haar best doet, ze lijkt niet tot moeder door te dringen.

Voor veel hulpverleners is dit een herkenbare situatie. Wat gaat er mis? De hulpverlener wil een gedragsverandering bij moeder tot stand te brengen: ze moet stoppen met de corrigerende tik en iets anders gaan doen. Maar zolang we in het gesprek het perspectief van het kind als vertrekpunt nemen, wordt het heel moeilijk om die gedragsverandering te bewerkstelligen. Stoppen met een tik op de billen klinkt veel simpeler dan het is, zeker als je zelf groot bent geworden in een cultuur waarin dat gedrag de norm was. Als ouder dwing je in sommige culturen respect af met een tik: kinderen moeten luisteren en als je niet direct en met harde hand optreedt, dan ben je een slechte opvoeder.

Dit patroon doorbreken gaat veel dieper dan een verandering op gedragsniveau. Het speelt zich af op identiteitsniveau. Als mens ben je loyaal aan je (voor­)­ ouders. Patronen die in jouw familiecultuur en land van herkomst vanzelf­ sprekend zijn, zijn verbonden met jouw wortels. Stop je daarmee, dan sta je oog in oog met je voorouders. Die gewoonte doorbreken, kan voelen als verraad. Vaak is je familie en cultuur tegenwoordig letterlijk in de kamer aanwezig: via telefoon en skype wordt een ouder bij de les gehouden. Een echte gedragsverandering kan pas tot stand komen als je van jezelf begrijpt waarom je doet zoals je doet én het ongemakkelijke gevoel snapt dat bij de verandering hoort. Door dat gevoel moet je even heen.

Met ouders werken aan gedragsverandering ofwel ‘opvoedingsondersteuning’ vraagt bewustzijn voor veranderprocessen. Een voorwaarde is dat je werkelijk contact en aansluiting vindt bij het perspectief van de ouder: Hoe is het voor deze ouder om dit gedrag te moeten doorbreken? Hoe verhoudt hij of zij zich tot het onderwerp? In de documentaire geeft moeder talloze aangrijppunten voor een prachtig gesprek’ ‘Bij ons in Brazilië…’ Ja, vertel eens, hoe was dat bij jullie in Brazilië? Hoe heb jij het geleerd? Hoe was dat voor jou? En hoe is dat dan nu voor jou om in een heel andere cultuur je kind op te voeden. Lijkt mij lastig!’

José Koster is ouderschaps- en communicatiedeskundige en biedt ouderbegeleiding & training, onderwijs en coaching aan beroepskrachten in onderwijs, zorg en welzijn. Ook leidt ze oudergerichte projecten: website José Koster (voor haar geaccrediteerde aanbod: klik hier).

Deze bijdrage maakt onderdeel van een columnserie die José Koster schreef voor vakblad SOZIO. In de columns deelt zij haar ervaringen met ouders en ouderschap onder de titel AUWders: ouderschap doet immers soms pijn – net als het werken met ouders.

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER