‘We denken dat Vlinder beter dit andere profiel kan volgen. De huidige doelen zijn eigenlijk te hoog voor haar. Dan moet je denken aan….’ Ik hoor de juf praten en realiseer me dat ze volkomen gelijk heeft. We twijfelden eerlijk gezegd al langer of haar oude profiel wel een haalbare zaak was. Toch dwaal ik in één keer af. Ik zet het gesprek voort, maar na afloop kan ik me niet meer herinneren wat we na deze woorden hebben besproken. Mijn hart was ergens anders geweest.

Manu Keirse noemt dit van de Dorpstraat (het gesprek met de hulpverlener) naar de Kerkstraat (je affectieve relatie met je naasten) gaan. Het is het moment dat het moeilijke nieuws bij je binnenkomt en je gevoelens, dat wat werkelijk van waarde is voor jou, het overnemen. Dit nieuws vertelde ons opnieuw hoe afhankelijk zij zal zijn van anderen. En dus dwaalde ik af naar de toekomst.

Hoe zal die gaan? Waar gaat zij wonen? Hoe is het om te leven met verzorgenden om je heen? Zullen zij haar grapjes begrijpen? Hoe is het te ontbijten met de één en avond te eten met de ander? Weet die ene dat je gisteravond zo gelachen hebt met die ander bij het douchen? Begrijpt zij die herinnering als jij die bij het ontbijt met een bepaalde beweging ophaalt? De eenzaamheid die opdoemt als je in dat soort intieme momenten misschien wel niet begrepen wordt… Ik kan het nauwelijks verdragen.

De toekomst, het is mijn grootste angst. Als een ijzeren vuist omklemt die toekomst af en toe mijn hart. Ik laat mij er niet door verlammen. Zeker niet. Werk rustig en gestaag aan een veilige en liefdevolle toekomst voor haar. Voor als wij er niet meer zijn. Ze is pas acht jaar, maar ik houd me er nu al mee bezig.

Maar telkens als de toekomst langs komt, is hij er ook weer even: die ijzeren vuist om mijn hart.

© Leontien Sauerwein (www.leontiensauerwein.com)

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER