Het lege nest een nachtmerrie voor ouders? Eerder een droom. Moeders en vaders zijn volgens een nieuwe studie gelukkiger dan mensen zonder kinderen, maar dan wél pas als zij zijn uitgevlogen.

De wetenschap beweert al langer dat kinderen niét gelukkig maken. Wanneer onderzoekers ouders en niet-ouders met elkaar vergelijken, komt de eerste groep er altijd minder goed uit. Een slechtere mentale gezondheid, meer stress, een groter risico op depressie… Als doekje voor het bloeden wees een Brits rapport uit 2012 wel uit dat het hebben van kinderen een doel geeft aan het leven van mensen – maar gelukkig worden ze er dus niet van.

Nieuw grootschalig Duits onderzoek, waarover De Morgen bericht, toont nu aan dat dit beeld na verloop van (veel) tijd verandert. Hieruit blijkt dat ouders, waarvan de kinderen inmiddels de deur uit zijn, duidelijk gelukkiger zijn dan hun leeftijdsgenoten zonder nakomelingen. Ze vertonen minder symptomen die gelinkt zijn aan depressie en geven zelf vaker aan dat ze tevreden zijn. Kinderen maken met andere woorden tóch gelukkig, zij het met een vertraging van zo’n twintig jaar.

Tijd voor elkaar

Van het ‘lege nest syndroom’ lijkt dus geen sprake. “Dat wordt bevestigd door meerdere studies”, zegt socioloog Dimitri Mortelmans (UAntwerpen). “Het subjectief welbevinden van ouders stijgt als de kinderen het huis verlaten. Dat komt omdat de partners dan opnieuw meer tijd hebben voor elkaar. Ze krijgen in zekere zin hun vrijheid terug. En in die vrijgekomen tijd richten ze zich op nieuwe hobby’s en persoonlijke groei, wat op zich ook het subjectieve welzijn kan verhogen.”

Veranderende tijdgeest

Toch is het niet voor iedereen even eenvoudig om te erkennen dat een leeg nest een opluchting kan betekenen. “Mogelijk is het empty nest iets wat onze maatschappij uitgevonden heeft: het ‘hoort’ slecht te voelen dat je kinderen vertrekken”, zegt gezinstherapeute en psychologe Barbara Lavrysen (KU Leuven). “Zeker voor vrouwen, van wie het leven moest draaien rond moederschap. Maar de tijdsgeest verandert, en gelukkig maar. Ouders vullen vandaag hun nest met méér dan hun kinderen: ze maken meer tijd voor elkaar, voor zichzelf, en combineren dat met werken en zorgen voor de kinderen. Het gevoel van de plotse ommezwaai is kleiner geworden.”

Halftijds ouderschap

Lavrysen wijst ook naar het groeiende aantal samengestelde gezinnen en co-ouderschappen. “Die mensen leren al vroeg wennen aan lege en halflege nesten: de kinderen verhuizen in het weekend of zijn één week op de twee ‘weg’. In de praktijk hoor ik steeds meer positieve geluiden over zo’n halftijds ouderschap. Niet omdat mensen hun kinderen niet graag in huis hebben, integendeel. Wel omdat ze ervaren dat er ook tijd vrijkomt om te focussen op andere zaken.”

Bron: demorgen.nl

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER