De hoeveelheid kennis die een ouder heeft van het leven van een adolescent speelt een rol in het verband tussen ADHD en risicogedrag: hoe meer symptomen een adolescent heeft, hoe minder de ouders over het algemeen op de hoogte zijn van wat er gebeurt in het leven van de adolescent. En hoe minder ouders weten, hoe meer risicogedrag de adolescenten vertonen. De gevolgen hiervan kunnen verstrekkend zijn.

Dat blijkt uit promotieonderzoek van Tycho Dekkers naar jongeren met ADHD/ADD die soms meer risico’s nemen dan hun leeftijdsgenoten zonder ADHD. Het onderzoek was een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en De Bascule, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

Het gaat dan om de volgende risico’s:

  • middelengebruik (nicotine-, alcohol-, marihuana- en cocaine afhankelijkheid)
  • delinquent gedrag
  • gokken
  • dwangmatig koopgedrag
  • het hebben van schulden
  • consumeren van ongezond voedsel
  • rijden zonder rijbewijs
  • roekeloos gedrag in het verkeer
  • vroege seksuele activiteit
  • onveilige seks
  • tienerouderschap

Leeftijdgenoten

Dekkers ontdekt dat zowel adolescenten met ADHD, maar ook adolescenten zonder ADHD, gevoelig zijn voor de invloed van leeftijdgenoten bij het nemen van risico. Op het moment dat een leeftijdgenoot een adolescent aanspoort om risico te nemen, dan gebeurt dat over het algemeen ook. Aangezien veel risicogedrag in het dagelijks leven van adolescenten plaatsvindt in een sociale context, is het belangrijk deze vatbaarheid voor leeftijdgenoten te betrekken in de behandeling van adolescenten met ADHD.

Wanneer jongeren met ADHD die veel risicogedrag vertonen worden behandeld, is het belangrijk om ook ouders hierbij te betrekken, zodat er thuis een sfeer ontstaat waarbij jongeren zich sneller geneigd zullen voelen te vertellen wat er in hun leven gebeurt.

Voorbode

Jongeren met ADHD zijn cognitief minder goed instaat de juiste afwegingen te maken in het dagelijkse leven. Problemen met de  executieve functies, ook wel regelfuncties genoemd, komen veel voor bij kinderen met ADHD. En kunnen een voorbode zijn voor risicogedrag in de adolescentie.

Tijdens zijn onderzoek presteerden kinderen met ADHD minder goed hoe langer een test duurde. Het in het vooruitzicht stellen van een beloning werkte wel prestatie verhogend.

Medicatie

Dekkers vond in de literatuur dat stimulantia (medicatie) effectief zijn in de behandeling van risicogedrag bij ADHD. Door het gebruik van medicatie is het risico op stoornissen rondom middelengebruik, verkeersongelukken en antisociaal gedrag kleiner. Het verband tussen het gebruik van stimulantia en andere vormen van risicogedrag is minder onderzocht.

Proefschrift

Dhr. T.J. Dekkers: Why Adolescents with ADHD Take Risks: Biological, Cognitive and Social Mechanisms. Promotoren zijn prof. dr. H.M. Huizenga en prof. dr. A. Popma (Vrije Universiteit Amsterdam). Copromotor is dr. B.R.J. Jansen.

Lees de Nederlandse samenvatting

Tycho Dekkers is Cum Laude gepromoveerd.  Prachtig onderzoek naar mechanismen die een rol spelen bij risicovol gedrag bij kinderen met ADHD. Met één been in de wetenschap en het andere been in de praktijk!

Bron: balansdigitaal.nl

 

 

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER