De Rotterdamse kinderombudsman Anne Mieke Zwaneveld gaat de inzet van drangtrajecten binnen de gemeentelijke jeugdhulp onderzoeken. Bij een drangtraject krijgen hulpverleners niet-vrijblijvende regie over gezinnen, om zo een kinderbeschermingsmaatregel door de rechter te voorkomen. Een eerdere klacht hierover is de aanleiding.

Medewerkers van Rotterdamse wijkteams kunnen zich bij het Jeugdbeschermingsplein melden wanneer zij zich zorgen maken over de ontwikkeling of de veiligheid van kinderen. Bij grote problemen krijgen gezinnen verplichte hulp bij de opvoeding. De maatregelen hiervoor worden door de  kinderrechter opgelegd. Deze kinderbeschermingsmaatregelen zijn behoorlijk zwaar en intensief. Het is sinds de Jeugdwet van 2015 de bedoeling dat deze zoveel mogelijk worden voorkomen. Rotterdam geeft daarom ouders een laatste kans in een zogenaamd ‘drangtraject’.

Onderscheid drang en dwang
Een klacht van een jeugdrechtadvocaat is de aanleiding geweest voor onderzoek door de gemeentelijke kinderombudsman.  Ouders en kinderen zouden onvoldoende worden betrokken bij de besluitvorming, waardoor het risico bestaat dat verkeerde jeugdhulp wordt ingezet.

De kinderombudsman vindt dat er voldoende reden is om de klacht te onderzoeken. “Er worden vergaande maatregelen genomen en dan is het nodig dat ouders en kinderen begrijpen waarom een drangtraject wordt ingezet en dat hen om hun mening wordt gevraagd”, aldus Zwaneveld. “Het onderscheid tussen hulpverlening, drang en dwang moet duidelijk zijn, anders weten ouders en hulpverleners niet meer waar ze aan toe zijn. De jeugdzorg kan niet op de stoel van de kinderrechter gaan zitten en de rechtspositie van de ouders moet worden gerespecteerd.”

Gesprekken met betrokkenen
Zwaneveld gaat de komende maanden in gesprek met beleidsmedewerkers en leidinggevenden bij de gemeente. Ook belangen- en cliëntenorganisaties met medewerkers van het Jeugdbeschermingsplein, de Stichting Jeugdbescherming Rotterdam-Rijnmond en de gemeentelijke wijkteams komen aan bod.

Bron: Binnenlands Bestuur

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

1 REACTIE

  1. M.i. speelt dit probleem ook bij Veilig Thuis. Een aantal Veilig Thuis organisaties werkt (nog) met een routeeroverleg voor de zorgmeldingen door de politie. In dit overleg wordt de melding veelal afgeschaald naar het lokaal veld. Ouders krijgen dan vervolgens van het wijkteam een uitnodiging om te komen praten over de zorgmelding.

    Ouders kennen het verschil niet tussen een zorgmelding door de politie en een VT-melding door derden (tot 1-1-19 de route d.m.v. triage). In de routeerroute ben je rechteloos. Het is geen aanvraag maar ook geen onderzoek. Er wordt niets uitgelegd. Er zijn geen termijnen wanneer iets moet zijn afgerond. Er wordt wel toestemming gevraagd voor gegevensuitwisseling met school en andere bij het gezin betrokken organisaties. Maar je blijkt geen dossier te kunnen inzien. De veiligheid van de kinderen ligt in die periode bij niemand. Veilig Thuis verwijst naar het wijkteam e het veiligheidshuis en zij verwijzen weer naar Veilig Thuis. Zo kan een zorgmelding door de politie rustig een half jaar open blijven staan.

    Hulp voor het kind kan ook uitblijven wanneer één van de ouders niet meewerkt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER