biddende teeners

Er is een verband tussen religie en geestelijke gezondheid bij jongeren. Door oog te hebben voor religieuze aspecten in het leven van gezinnen, kunnen hulpverleners in de GGZ een beter beeld krijgen van beschermende factoren en van risicofactoren op het gebied van de geestelijke gezondheid van jongeren.

Dat blijkt uit promotie-onderzoek van Willeke van der Jagt-Jelsma aan Radboud UMC. Het onderzoek gaat in op het verband tussen de mate van religiositeit van moeders en toegenomen geestelijke gezondheidsproblemen zoals angst en/of somberheid bij hun kinderen in de tienerleeftijd. Ditzelfde verband bestaat ook als ouders op het gebied van religie verschillend in het leven staan of wanneer dit het geval is tussen moeders en hun kinderen. Daar tegenover staat dat als beide ouders kerkelijk religieus actief zijn, jongeren minder traumatische ervaringen rapporteren. De gevonden verbanden zijn echter niet sterk. Dat kan verklaard worden door meerdere factoren, waaronder de complexiteit van het meten van religiositeit en het feit dat de ontwikkeling naar volwassenheid sowieso een dynamische periode is waar veel factoren van invloed zijn.

De resultaten van dit onderzoek zijn afkomstig van TRAILS (Tracking Adolescents‘ Individual Lives Survey), een groot onderzoek waarin jongeren tot in de volwassenheid gevolgd werden.

Mental health and religiosity in (pre-) adolescents  

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER