Ouders van uithuisgeplaatste kind ervaren de bezoekregeling met hun kind als waardevol en moeilijk tegelijkertijd. Gezinshuisouders kunnen hen ondersteunen door gastvrijheid, betrokkenheid en erkenning te bieden.

Dat blijkt uit afstudeeronderzoek van Phebe Kranenburg, Thijs Pull ter Gunne en Siham Razgui. Voor dit onderzoek hebben zij gekeken naar de ervaringen die ouders, van kinderen in een gezinshuis, hebben met de bezoekregeling. De focus lag op drie hoofdonderwerpen: de bezoekregeling an sich, de ervaringen met de gezinshuisouders rondom de bezoekregeling en de invloed van corona op de bezoekregeling. Voor dit onderzoek zijn 22 interviews afgenomen met ouders waarvan hun kinderen in een gezinshuis wonen. Het onderzoek is gedaan in opdracht van het Lectoraat Jeugd en Gezin van de Christelijke Hogeschool Ede.

Op dit moment wonen meer dan 43.000 kinderen niet meer bij hun ouders. Een uithuisplaatsing houdt in dat een kind, tijdelijk of voor langere tijd, ergens anders dan bij zijn ouders komt te wonen, bijvoorbeeld in een gezinshuis. Dit is een professioneel zorghuis waar de kinderen in een huiselijke sfeer opgroeien. De opvoeders, ook wel gezinshuisouders, zorgen 24 uur per dag, 7 dagen van de week voor deze kinderen. De kinderen worden opgenomen in het gewone gezinsleven van de gezinshuisouders.

Download artikel, getiteld ‘Daar gaat het kind weer’ >>

Download scriptie ‘Bezoekregeling vanuit het perspectief van de ouder’ >>

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER