Zwangere vrouw met handen op de buik

Het is van groot belang dat zorgprofessionals proberen aansluiting te zoeken bij kwetsbare zwangeren. Van daaruit kunnen de vrouwen groeien in autonomie, zelfregie en bewust ouderschap. Ook is het belangrijk dat zij leren om hun sociale netwerk in te schakelen en een werkbare taakverdeling te hanteren.

Dat blijkt uit het artikel ‘Ouderbegeleiding bij kwetsbare, zwangere vrouwen’ van de hand van Bob de Raadt en Daniël H. Stuit in de nieuw editie van Ouderschapskennis. Beiden zijn werkzaam op de afdeling Psychosociale Zorg – KJPP (van het Erasmus MC– Sophia als medisch maatschappelijk werkers (MMW) en geven methodische ouderbegeleiding aan ‘kwetsbare zwangeren’.

Scala aan problematieken

Vaak is er bij kwetsbare zwangere vrouwen sprake van een breed scala aan problematieken met diverse invalshoeken en benaderingswijzen. In sommige gevallen speelt complexe GGZ/psychiatrische problematiek een rol of hebben de ouders een verstandelijke beperking. Ook heeft de afdeling te maken met ongecontroleerde zwangerschappen en andere problematieken en risicofactoren. Eveneens komt het voor dat tijdens de zwangerschap bij controles of uit medisch onderzoek blijkt dat het kindje na de geboorte een afwijking kan of zal hebben. Of een kindje wordt te vroeg geboren. Deze gebeurtenissen hebben een heel eigen dynamisch effect op ouders en vragen weer een andere manier van benadering en gespreksvoering.

Case

Het artikel in Ouderschapskennis beschrijft de case van een alleenstaande vrouw die drugs gebruikt en in de prostitutie werkt, zonder inkomen en huis. Zij is pas laat in de zwangerschap onder controle gekomen. Vooraf lijkt er sprake te zijn van een heftige, complexe problematiek. De beschadigingen uit haar verleden erkennen, zorgt er uiteindelijk voor dat zij nieuwe kwetsuren en beschadigingen voor haar kind kan voorkomen. Niet pathologiseren, maar toewerken naar weten wat haar krachten zijn. Haar helpen de metapositie in te nemen, geeft overzicht en inzicht in verleden, heden en toekomst, en maakt dat haar ouderlijke werkvloer sterk(er) en stabiel(er) wordt, waardoor haar kind onder andere omstandigheden opgroeit dan zij zelf heeft gekend. Erkennen is een krachtig middel in hulpverlenende gesprekken. Eigenlijk is het ook krachtiger en van een heel andere orde dan waardering geven, terwijl het uiten van waardering een eerste stap kan zijn tot het geven en laten ontvangen van erkenning.

Nieuwe inzichten

Het beschreven voorbeeld maakt duidelijk hoe belangrijk het is om aansluiting te zoeken bij de kwetsbare zwangere, bij haar situatie en omstandigheden en binnen verschillende levensdomeinen te zoeken naar ouderschapsversterkende factoren. Ook is van belang dat de kwetsbare zwangere groeit in autonomie, zelfregie en bewust ouderschap en dat zij leert het beschikbare sociale netwerk in te schakelen, een werkbare taakverdeling te hanteren, traint in zelfreflectie en verbetermogelijkheden en effectieve ervaringen helder heeft om haar (aanstaande) moederschap blijvend te ontwikkelen. Het is bovendien de kunst om vervolgens die observaties (zoals de expressie in haar mimiek) en de bevindingen die zij deelt in de feedback (het innerlijke denkproces bij helpen verwoorden en naar  buiten brengen, zicht geven op haar gemotiveerdheid, vechtlust en doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel, inzet om tot veranderingen te komen) en het gegroeide inzicht (reflectievermogen) te bespreken met de betrokken hulpverleningsinstanties. Dit completeert de beeldvorming en kan leiden tot nieuwe inzichten en gewijzigd behandelbeleid (zoals hier werd vastgelegd in de beschikking van de rechtbank). Van een aanvankelijk probleemgerichte benadering groeiden we naar een capaciteitenvisie met toenemende competenties als uitgangspunt. Door deze benadering en samenwerking met elkaar (moeder, ouderbegeleiding en verschillende instanties) kantelde het voorgenomen besluit (uithuisplaatsing) naar plaatsing met begeleiding van moeder en kind in een opvang met het perspectief op zelfstandig wonen van moeder en kind.

Na de proefperiode mochten moeder en zoon naar een eigen woonadres (met ambulante begeleiding van het Babyhuis). Zo illustreert dit verhaal, dat geen sprookje is, de mogelijkheid tot groei in ouderschap en het moederschap dat tot bloei komt tijdens een kortdurende ouderbegeleiding met effectuering van diverse buffers.

Dit is een samenvatting van het artikel dat is gepubliceerd in Ouderschapskennis. Klik hier om het hele artikel te lezen; dit wordt u exclusief voor Ouders Centraal aangeboden door de redactie van Ouderschapskennis.

Over Ouderschapskennis
Ouderschapskennis is een vaktijdschrift voor iedereen die professioneel met ouders werkt; van ouderbegeleider, opvoedondersteuner en maatschappelijk werker tot jeugdbeschermer, psycholoog, psychiater en (kinder)psychotherapeut. Het tijdschrift is onafhankelijk en niet gebonden aan een vereniging.

In Ouderschapskennis staat het ouderperspectief centraal. Artikelen over de psychologie van ouderschap, ouderschapsproblematiek en ouderbegeleidingsmethodiek belichten de dagelijkse dilemma’s op de werkvloer van ouders en dragen bij aan de ontwikkeling van de theorie en het methodisch werken met ouders. Praktijk, theorievorming en onderzoek komen in elk nummer aan bod. Het tijdschrift bestaat al meer dan twintig jaar en alle artikelen zijn voor abonnees terug te vinden in het digitale archief.

Het eerstvolgende nummer verschijnt in maart en heeft als thema ‘Doen of laten’. Nog geen lid? Je abonneert je via Ouderschapskennis.nl

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER