Iedere hulpverlener weet dat mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik enorme negatieve gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van een kind. Minder bekend is de rol die de opgelopen psychische schade en gedragsproblematiek speelt op volwassen leeftijd. “Helaas is veelvuldig sprake van integenerationele overdracht”, weet prof. dr. Bernet Elzinga. “Voor een goede begeleiding van deze gezinnen is het belangrijk dat professionals voldoende kennis hebben om bepaalde patronen uit het heden en het verleden snel te kunnen herkennen.” Ook is meer ondersteuning nodig voor ouders die hier behoefte aan hebben. “Niet in de laatste plaats bij het aanleren van vaardigheden om zelf goed genoeg ouder te zijn of te worden.”

Mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik hebben vanzelfsprekend veel impact op kinderen. “Dit geldt zeker wanneer dit gebeurt door ouders en beide ouders hierbij betrokken zijn”, geeft Bernet Elzinga aan. “Een kind leert dan al van jongs af aan om angstig en wantrouwend te zijn tegenover diegene die juist zijn of haar veiligheid zou moeten bewaken. In zo’n situatie is het moeilijk om basale veiligheid en vertrouwen te ervaren. Te meer daar een en ander vaak gepaard gaat met  emotionele verwaarlozing. De gevolgen hiervan kunnen minstens even schadelijk zijn als de mishandeling zelf, iets wat lang niet altijd wordt gerealiseerd.”

Herhaling van fout gedrag

De negatieve c.q. traumatische ervaringen kunnen in negatieve zin veel impact hebben op de ouder-kindrelatie, ook jaren nadat kinderen het huis uit zijn gegaan. Dit betekent dat ze door kunnen etteren wanneer zij zelf ouder zijn. “Ingrijpende jeugdervaringen spelen daarom vaak een grote rol in de omgang met hun eigen kinderen. Ondanks de intenties om het zelf als ouder heel anders te gaan doen, kan dit dan toch uitmonden in mishandeling of misbruik.”

‘Mishandeling of verwaarlozing ondermijnt
bij het kind het vertrouwen in anderen en in zichzelf’

Gelukkig  geldt dit lang niet voor iedere ouder. “Twee van de drie mishandelde ouders weten de vicieuze cirkel te doorbreken.” Wel zijn er recent aanwijzingen gevonden dat deze ouders negatieve emoties, denk aan gevoelens van schuld of schaamte, van hun eigen kind overschatten. “Dit zou eerder een risico kunnen zijn voor overbeschermend in plaats van verwaarlozend gedrag van ouders. Gevolg is dat ouders en kinderen in een ándere vicieuze cirkel terecht kunnen komen.”

Inmiddels blijkt uit onderzoek zonneklaar dat ingrijpende gezinservaringen dikwijls op veel verschillende levensgebieden hun sporen achterlaten. Alleen kunnen de uitingsvormen van persoon tot persoon heel erg verschillen. “In de praktijk is het daarom belangrijk om bij psychische klachten c.q. gezinsproblemen oog te hebben voor de specifieke patronen. Wat daarbij helpt is de eigen geschiedenis van ouders goed uit te vragen.”

Prof. dr. Bernet Elzinga: “Ingrijpende jeugdervaringen kunnen een grote rol spelen in de manier waarop ouders met hun eigen kinderen omgaan”

Gevoelig onderwerp

Probleem kan de gevoeligheid van de materie zijn. Bernet kan zich dan ook goed voorstellen dat een professional moeite heeft bij het vinden van een ingang om over mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik in gesprek te gaan. “Wees niet bang om hiernaar te vragen”, luidt haar advies.  “Toon je oprecht geïnteresseerd, zowel naar het verhaal van de ‘slachtoffers’ als naar het perspectief van vermeende ‘daders’. Begin altijd met informerende vragen en spreek betrokkenen pas daarna aan op hun verantwoordelijkheden.”

Het is nooit te laat om te leren

Als geen ander realiseert Elzinga dat mishandeling in z’n geheel voorkomen onrealistisch is. Wel verdient het aanbeveling om ouders die zelf een roerige jeugd hebben gehad zo goed mogelijk te leren om met de gevolgen hiervan om te gaan. Dat is de eerste stap voor hen om deze vicieuze cirkel te doorbreken. “Het is nooit te laat om te leren! Hier hoop ik met mijn onderzoek en ouder-interventies een bijdrage aan te leveren.”

Prof. dr. Bernet Elzinga (Universiteit Leiden) verricht met haar groep onderzoek naar de invloed van trauma en stress op affectieve, sociale en cognitieve functies in de context van stress-gerelateerde stoornissen, waaronder depressie en angst. Intergenerationeel onderzoek heeft haar bijzondere interesse, met name de communicatie tussen ouders en kinderen en factoren die er toe bij kunnen dragen dat negatieve gevolgen van mishandeling of stress kunnen worden gereduceerd. Daarnaast is ze betrokken bij de ontwikkeling van interventies voor ouders met jongeren met depressieve klachten. Voor haar onderzoek heeft ze verschillende subsidies ontvangen, waaronder VENI, VIDI, VICI en draagt ze als PI bij aan het Zwaartekracht programma ‘New Science of Mental Disorders’.

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

1 REACTIE

LAAT EEN REACTIE ACHTER