Jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond groeien bijna zes keer zo vaak op in armoede dan jeugdigen met een Nederlandse achtergrond. Daarnaast groeien ze ruim twee keer zo vaak op in een eenoudergezin, zijn ze ruim drie keer zo vaak werkloos en zijn ze ondervertegenwoordigd in de lichtere vormen van jeugdhulp.

Dat blijkt uit onderzoek van Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) waarover zorgwelzijn.nl bericht. Rob Gilsing, senior onderzoeker bij KIS, stelde samen met collega’s stelde het rapport  Feiten & Cijfers: Leefomstandigheden van kinderen met een migratieachtergrond op. “We weten dat kinderen met een migratieachtergrond vaker kwetsbaar zijn. Met dit onderzoek wilden we in beeld brengen in welke mate dat het geval is.” Het rapport bevat nuttige informatie voor met name beleidsmakers van gemeenten die maatregelen op het gebied van armoedebeleid, toegang tot de jeugdhulp en het tegengaan van discriminatie op de stage- of arbeidsmarkt willen aanscherpen.

Bereik jeugdzorg uit balans

In het rapport geeft KIS met behulp van vier indicatoren (kinderen in armoede, kinderen in eenoudergezin, jeugdwerkloosheid en jeugdzorg)  aan hoe het staat met de leefomstandigheden van kinderen met een migratieachtergrond. “Eén van de belangrijkste conclusies is dat kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond hoog scoren op een aantal risicofactoren, maar ondervertegenwoordigd zijn in de, met name lichtere vormen van, jeugdzorg. De transformatie jeugd is gericht op onder meer lichte zorg, er vroegtijdig bij zijn en in de eigen omgeving. Dat lukt voor bepaalde groepen jongeren dus nog niet zo goed en dat is gegeven de problematiek die ze hebben opmerkelijk.’

Waar jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond op de eerste drie indicatoren juist hoger scoren dan hun Nederlandse leeftijdsgenoten, laat het gebruik van jeugdzorg een ander beeld zien. Hoewel jeugdigen met een migratieachtergrond vaker risico lopen op probleemgedrag, maken ze in het algemeen niet vaker gebruik van de lichte vormen van jeugdhulp: de wijkteams en de jeugd-ggz. Ze hebben daarentegen wel vaker te maken met zwaardere vormen van jeugdhulp, zoals de jeugdreclassering of jeugdbescherming.

Rol voor wijkteams

Gilsing: “Het verschil tussen de drie factoren die de leefsituatie van jeugdigen met een niet-westerse migratieachtergrond beschrijven aan de ene kant en het gebruik van jeugdhulp aan de andere kant levert een opmerkelijk beeld op. Gegeven de problematiek die de eerste drie factoren laten zien, zou je verwachten dat deze groep jongeren ook in beeld moet zijn bij, in elk geval ook de lichte, jeugdzorg. Maar dat blijkt dus niet het geval.” Gilsing benadrukt dan ook dat het van belang is dat sociaal werkers en wijkteams moeten zorgen dat ze deze groepen bereiken. Juist in de lichtere vormen van jeugdhulp. “Kijk als wijkteam goed naar de mensen die je bereikt. Is dit een afspiegeling van de populatie in de wijk waar je werkt? Zo nee, zijn er echt manieren om deze groepen makkelijker te bereiken. Bijvoorbeeld door te werken vanuit scholen, door samen te werken met informele organisaties die contacten kunnen leggen en door aandacht te hebben voor cultuur specifieke factoren.”

Lees meer over het onderzoek op de website zorgwelzijn.nl

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER