Prof.dr. Frank Kortmann: “Stel je zo lang mogelijk op als niet-weter"

Jeugdhulpverleners krijgen de laatste jaren steeds meer te maken met niet-westerse gezinnen. Resultaat boeken blijkt echter lastig. “Deze gezinnen vereisen een andere benadering”, weet prof.dr. Frank Kortmann. “Houd rekening met de culturele verschillen, anders mis je de boot.” Daar komt bij dat men niet zo snel geneigd is opvoedings- en ontwikkelingsproblemen aan de grote klok te hangen. “Eerdere signalering vereist nadrukkelijk aandacht.”

Prof. dr. Frank Kortmann verzorgt over dit onderwerp een lezing tijdens het congres ‘Ouderschap: weerstand en kritiek’ op 26 juni in Eindhoven. Klik hier voor meer informatie over het programma en de deelnamemogelijkheden.

In een niet-westerse gezin heerst, anders dan in onze cultuur, vaak meer een wij-gevoel. Dit uit zich onder meer in een andere hiërarchie tussen ouder en kind. “Gehoorzaamheid is bijvoorbeeld belangrijk, terwijl in de moderne westerse cultuur het kind veel meer centraal staat. Ook staan niet-westerse gezinnen vaak wat wantrouwender tegenover de hulpverlening. Het bewaren van de eer van de familie speelt eveneens vaak een rol, waardoor men zich niet zo makkelijk in de kaart laat kijken.”

Tussen twee vuren

Aandacht verdient ook het feit dat de ouders van een niet-westerse gezin, zeker de eerste generatie, veelal nog in een heel andere cultuur leven dan de kinderen. “De kinderen zitten dan tussen twee vuren. Aan de ene kant moeten ze voldoen aan de normen en waarden van hun ouders en buitenshuis, bijvoorbeeld op school of tijdens het spelen en sporten, aan die van ons. Dat is niet makkelijk en het is goed om daar als hulpverlener rekening mee te houden. Te meer daar in de ogen van deze gezinnen de eigen normen en waarden vaak veel beter zijn dan de moderne westerse. Alleen dat gegeven roept al weerstand op. Die moet je zien te overwinnen op een subtiele, inzichtelijke, accepteerbare en empathische manier.”

Discriminatie

Kortmann raadt hulpverleners aan om terdege nota te nemen van de culturele verschillen. “Als je daar te weinig aandacht aan besteedt, dan mis je gewoon de boot met deze gezinnen. Stel je bijvoorbeeld wat opener en bescheidener op. Verken eerst wat voor vlees je in de kuip hebt.” Het belang hiervan zit volgens hem nog onvoldoende tussen de oren. “Hulpverleners zullen toch per ongeluk regelmatig discrimineren. Dat is een zwaar woord, maar onbedoeld gebeurt dat wel. Realiseer je dus dat dat gevaar aanwezig is. Doe je dat, dan houd je de zaak als vanzelf al open om op een goede manier met elkaar in gesprek te komen over de zorgen die zij zich maken over hun kind.”

Onbekend maakt onbemind

De ervaring leert dat niet-westerse gezinnen de weg naar de hulpverlening niet gemakkelijk weten te vinden. Of dat ze die stap zo lang mogelijk uitstellen. “Het is een geval van onbekend maakt onbemind”, aldus Kortmann. Gevolg is dat er minder vaak sprake is van behandeling in een vroeg stadium en het echt uit de hand moet lopen voordat men die stap wil nemen. “Dat is natuurlijk jammer en maakt het oplossen van het probleem er niet gemakkelijker op.” Scholen kunnen wellicht een tussenschakel zijn om deze doelgroep eerder te bereiken en te bewegen om de stap naar de hulpverlening te zetten. “Een leraar die men al kent is natuurlijk een minder grote bedreiging.”

Stel je op als ‘niet-weter’

Tijdens het congres ‘Ouderschap: weerstand en kritiek’ op 26 juni in Eindhoven verzorgt Kortmann een deelsessie over niet-westerse gezinssystemen in de jeugdhulpverlening. “Ik zal dan dieper op deze aspecten ingaan, met name over het omgaan met weerstand en kritiek bij de hulp aan zo’n gezin. Dat begint vaak toch met de wijze waarop het eerste contact plaatsvindt. Hoe kun je een beetje ruimte scheppen zodat deze mensen zich op hun gemak voelen en niet overdonderd worden door normen en waarden waar zij vreemd tegenaan kijken. Het is echt mijn hartenwens dat hulpverleners ruimte bieden aan deze ouders. Dat kunnen ze doen door zich zo lang mogelijk op te stellen als ; niet-weter, want juist dan komt er ruimte voor de ander. Als jij je als ‘weter’ opstelt, dan timmer je dicht. Dan zal de andere waarschijnlijk wel ja knikken, maar er geen bal van begrijpen. Je moet ruimte geven.”

Alles over het congres ‘Ouderschap: weerstand en kritiek’ >>

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER