Kindermishandeling
Kindermishandeling voorkomen

Doorontwikkeling van bestaande interventies is nodig om kindermishandeling effectief te voorkomen. Daarvoor biedt nieuw onderzoek veel aanknopingspunten. Het rapport bevat informatie over de 5 W’s: wat werkt wanneer, bij wie en waardoor?

Het onderzoek ‘Effectief vroegtijdig handelen ter voorkoming van kindermishandeling’, samengevat in een gelijknamige publicatie, laat zien dat er nog veel te doen is. Het rapport is opgesteld door de ZonMw-programmacommissie Kindermishandeling. Ondanks recente verbeteringen zijn er nog altijd onvoldoende instrumenten en interventies beschikbaar voor een effectieve aanpak van kindermishandeling en de gevolgen daarvan.

Trendbreuk nodig

De nu gepresenteerde onderzoeksresultaten bevestigen de eerdere conclusies van de Taskforce Kindermishandeling en Seksueel misbruik. Niet voor niets pleitte de taskforce een jaar geleden in haar eindrapport voor een ‘trendbreuk’. Inspanningen om kindermishandeling te verminderen leken tot dan toe onvoldoende effect te hebben. Preventie behoort topprioriteit te zijn in het jeugdbeleid van gemeenten. Onder meer met voorlichting voor (aanstaande) ouders en de inzet van bewezen effectieve programma’s. Juist op dat laatste punt – de bewezen effectiviteit – is nog veel werk te doen, zo blijkt uit de resultaten van het nu gepubliceerde onderzoek.

Interventies doorontwikkelen

Er moet nog veel gebeuren om kindermishandeling structureel en duurzaam te voorkomen. Uit het onderzoek blijkt dat, met uitzondering van het verbeteren van opvoedvaardigheden, de meest effectieve kenmerken van interventies weinig worden toegepast. Het doorontwikkelen van bestaande interventies kan dus veel verbeteren. Ook ontbreekt het aan tools om passende interventies te kiezen. Toch is voor het inschatten van risico’s en het inzetten van passende interventies een bewezen effectief model beschikbaar: het RNR-model (‘Risk-Need-Responsivity’). Experimenten kunnen uitwijzen of de inzet daarvan inderdaad leidt tot een betere match tussen problemen en interventies. En daarmee tot minder kindermishandeling.

Verder blijkt dat effectieve interventies niet overal beschikbaar zijn. Daarnaast is het aanbod voor oudere kinderen en jongeren nog beperkt. Voor gezinnen met de zwaarste problemen is een gecombineerd pakket van interventies nodig, maar door onvoldoende aanbod is dat lang niet overal in Nederland mogelijk.

Signaleren én melden

Het signaleren en melden van kindermishandeling moet eveneens beter. Professionals, ouders en jongeren zeggen dat scholen te weinig doen aan het signaleren van kindermishandeling. Ook huisartsen, consultatiebureaus, ggz en jeugdzorg kunnen meer signaleren. Doordat kindermishandeling bovendien onvoldoende wordt gemeld, blijven kinderen en jongeren vaak buiten beeld van de hulpverlening. Nader onderzoek moet uitwijzen wat nodig is om dit te verbeteren.

Andere verbeterpunten

Wat kan er nog meer gebeuren? Uit het onderzoek komen nog enkele andere verbeterpunten naar voren:
– Aanpak van kindermishandeling vergt samenwerking tussen instanties. De regie daarop kan beter. – In de opleidingen van professionals is meer aandacht nodig voor problematische opvoedsituaties.
– Volgens professionals kan het functioneren de regionale advies- en meldpunten Veilig Thuis veel beter. Ook zouden de wachtlijsten voor hulp korter mogen.

Verder lezen

– Download ‘Effectief vroegtijdig handelen ter voorkoming van kindermishandeling
– Kijk voor meer informatie op de website van ZonMw

Rode vlaggen bij mishandeling en misbruik 

Eigenlijk kúnnen en wíllen we niet geloven dat kleine kinderen en baby’s regelmatig slachtoffer zijn van seksueel misbruik en mishandeling. Toch gebeurt het veel vaker dan we denken. Voor Vakblad Vroeg aanleiding om op woensdagmiddag 22 november 2017 een lezing plus netwerkdiner over dit actuele onderwerp te organiseren. De lezing wordt verzorgd door klinisch psycholoog Aafke Scharloo. >> Lees verder

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER