Katie-Lee Weille: “Ouders met psychiatrische problemen een groot te kort aan goede ouderervaringen”

Psychische of psychiatrische problematiek zet het ouderschap flink onder druk. Een vangnet om hen te ondersteunen ontbreekt vaak. Toch hoeft de hulpverlening niet achterover te leunen, integendeel. “Van belang is vooral het bufferen van stressverhogende omstandigheden”, adviseert Katie-Lee Weille. “Psychiatrische problematiek an sich is echter niet bepalend voor de invulling van het ouderschap.”

Ouderschap komt bij stress op de ouderlijke werkvloer onder druk te staan. “Bij een depressieve of borderline moeder of vader geldt dit des te meer”, geeft Katie-Lee Weille aan. “En vergis je niet, bij heel veel ouders is sprake van psychische of psychiatrische problematiek.”

Ouderschap versus opvoederschap

Er zijn tal van manieren waarop deze ouders ondersteund kunnen worden. Helaas gaat het ook regelmatig verkeerd. Hoe kunnen hulpverleners deze gezinnen wel effectief bijstaan? “Maak in ieder geval onderscheid tussen ouderschap en opvoederschap. Het eerste is en blijft men altijd, ongeacht de omstandigheden. Maar niet alle ouders zijn in staat het opvoederschap goed uit te voeren. Dit geldt zeker wanneer er sprake is van depressiviteit of een psychische stoornis. Dat bemoeilijkt de dagelijkse praktijk van het opvoeden. Is dit het geval, dan verdienen deze ouders waar nodig hulp, ook om erger te voorkomen.” Zij wijst in dit verband op de vele uithuisplaatsingen die ieder jaar weer plaatsvinden. “Soms zijn ouders om allerlei redenen zodanig ontregeld dat ze niet meer in staat zijn om op te voeden. Juist hierin liggen kansen. Voor kind en ouders is het immers veel beter om een uithuisplaatsing te voorkomen.

Bufferen

Wat zijn in dit verband voor hulpverleners en zorgprofessionals belangrijke do’s en don’ts? “Kijk in hoeverre het ouderschap van iemand gebufferd kan worden, ik werk volgens ouderschapstheorie van Alice van der Pas. Die gaat over vier soorten buffers die kunnen helpen bij stressverhogende omstandigheden zoals psychiatrische problematiek.”

‘Het bufferen van stressverhogende omstandigheden
versterkt het opvoederschap’

De eerste buffer richt zich op het inschakelen van een solidaire gemeenschap. “Denk bijvoorbeeld aan een GGZ die ook meedenkt over ouderschap en niet alleen over de psychiatrische symptomen.” De tweede buffer is taakverdeling. “Zijn er bijvoorbeeld voldoende mensen die voor het kind kunnen zorgen wanneer een ouder psychotisch wordt of tijdelijk wordt opgenomen? En dan zonder dat de ouder gediskwalificeerd wordt als ouder.”

De derde en vierde buffers bevinden zich meer in de binnenwereld van de ouder. “Neem een vader die elke winter een depressie krijgt. Dan is het goed om daarover te reflecteren. Bespreek bijvoorbeeld samen de impact hiervan op het ouderschap en hoe daar het beste mee om is te gaan.” De laatste buffer is dat iedere vader en moeder goede ouderervaringen nodig heeft. “Daar hebben ouders met psychiatrische problemen een groot tekort aan. Die voelen namelijk dat ze falen als ouder, waardoor ze hun kind tekortdoen. Wanneer de maatschappij ook zo naar hen kijkt, dan neemt dat gevoel alleen maar toe. Maar zo’n ouder voelt zich intussen wél verantwoordelijk en probeert, ondanks alle stress, het kind zoveel mogelijk te ontzien.”

Katie-Lee Weille: “Ouders met psychiatrische problemen een groot te kort aan goede ouderervaringen”

Rol hulpverlening

Op 26 juni verzorgt u een lezing tijdens het congres ‘Ouderschap: weerstand en kritiek’. Wat wilt u de deelnemers dan met name meegeven?Dat psychiatrische problematiek niet bepalend is voor de invulling van het ouderschap. Hoe het reilt en zeilt op de ouderlijke werkvloer wordt vooral bepaald door de wijze waarop de psychiatrische omstandigheden al dan niet gebufferd zijn. Dat verschilt per ouderpaar. Ieder geval is uniek, waardoor de vier buffers telkens een andere invulling krijgen. Dáár ligt een belangrijke taak voor hulpverleners. De bufferaanpak biedt concrete handvatten om het opvoederschap in deze gezinnen te versterken.”

Katie-Lee Weille is Adjunct Professor bij Webster University te Leiden en Inhoudelijk Hoofddocent Ouderschap bij de RINO Utrecht waar ze een bij- en nascholingsleergang heeft ontwikkeld voor professionals over ouderschap en ouderbegeleiding. Van 2009 tot 2012 was ze lector Ouderschap & Ouderbegeleiding aan de Hogeschool Leiden en publiceerde ze het boek, Making sense of parenthood: On ambivalence and resourcefulness. Katie Lee heeft een eigen praktijk in Amsterdam voor advies, training & supervisie evenals individuele- en relatietherapie. 

 

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER