Rutgers heeft op basis van interviews met ouders van een kind met intersekse een (digitale) verhalenbundel gemaakt: ‘Tot mijn kind zelf kan kiezen’. Hierin vertellen ouders over hun ervaringen met de opvoeding, de sociale omgeving, op school en in de zorgomgeving. Het doel hiervan is de bekendheid en acceptatie van intersekse te vergroten en professionals, ouders en andere betrokkenen te ondersteunen.

In Nederland hebben naar schatting ongeveer 85.000 een vorm van intersekse. Er is soms iets te zien aan de uiterlijke geslachtsdelen, maar vaak ook niet. Het kan ook gaan om een variatie in geslachtshormonen, geslachtschromosomen of inwendige geslachtsorganen. In het kader van de regeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017-2022 heeft het ministerie van OCW aan Rutgers subsidie verstrekt om verhalen op te tekenen over de ervaringen van ouders van een kind met intersekse. Naast de term ‘intersekse’ wordt ook wel ‘DSD’ gebruikt: Disorders/Differences of Sex Development, of ook wel variaties in de ontwikkeling van de geslachtskenmerken.

Onderzoeksrapport

De ervaringsverhalen zijn gebaseerd op diepte-interviews met ouders. Deze diepte-interviews hebben ook tot een onderzoeksrapport geleid. De bevindingen hiervan zijn gedeeld en besproken met professionals en stakeholders uit de zorg, het onderwijs, de overheid en met ervaringsdeskundigen. Van alle onderzoeksresultaten is verslag gedaan in een rapport.

Bevindingen

De bevindingen uit het onderzoek zijn gedeeld en besproken met professionals en stakeholders uit de zorg, het onderwijs, de overheid en met ervaringsdeskundigen. We noemen er een aantal:

  • Aan de diagnose ging in sommige gevallen een jarenlange zoektocht vooraf, waarbij ouders sterk afhankelijk waren van de artsen met wie zij contact hadden. Ook na het krijgen van de diagnose was het zoeken naar informatie, omdat niet-gespecialiseerde zorgprofessionals vaak weinig of geen kennis hebben over de specifieke condities van de kinderen.
  • Voor een deel van de ouders was het volkomen duidelijk welk geslacht of gender het kind had. In andere gevallen was dit juist een aspect van de opvoeding waar veel aandacht naar uitging, vooral als het ging om het begeleiden van het kind bij het ontwikkelen en bepalen van de eigen genderidentiteit. Ouders kregen vaak geen informatie over verschillende perspectieven op sekse en gender.
  • De meeste ouders vonden het belangrijk dat het kind zelf besliste over het eventueel ondergaan van een operatie aan de geslachtsdelen. Een uitzondering maakten ouders voor operaties die als medisch noodzakelijk werden gezien.
  • Iedereen wil het beste voor het kind, maar ouders maken hierin verschillende keuzes. Ouders willen hun kinderen graag voorbereiden, maar ook beschermen. Hierdoor was er een spanning tussen open willen zijn om intersekse/DSD te normaliseren, en het privé willen houden omwille van de privacy van het kind en het een onbezorgde jeugd te geven.
  • Vrijwel alle ouders gaven aan dat ze zich wel eens zorgen maakten over hun kind, bijvoorbeeld wat betreft verminderde vruchtbaarheid, de psychosociale ontwikkeling van hun kind, en acceptatie in de sociale omgeving.

Alle ouders vonden het belangrijk dat er meer aandacht en bekendheid komt over intersekse/DSD en de specifieke vorm die hun kind heeft. Met de verhalenbundel ‘Tot mijn kind zelf kan kiezen’ hopen zij en wij daaraan bij te dragen.

Verhalenbundel ‘Tot mijn kind zelf kan kiezen’ >>

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER