Veel pleegouders hebben het gevoel door instellingen buitenspel te worden gezet. Zij hebben vaak te maken met allerlei medewerkers van instellingen die eveneens invloed op het kind hebben. Door slecht contact met hen gooien veel pleegouders de handdoek in de ring.

“Het is toch bizar dat iemand die twee keer per jaar bij ons pleegkind komt een grotere stem heeft dan wij, die haar dag-in-dag-uit verzorgen”, zegt Daniëlle Janssen in een rapportage over dit onderwerp van EenVandaag. Zij en haar man Erik zijn vorige week gestopt met het pleegouderschap. En dat terwijl pleegzorggezinnen hard nodig zijn.

Drie en een half jaar was Fransis (9) onderdeel van hun gezin. Zelf hebben ze nog vier kinderen, maar er was altijd plek voor een pleegkind. Twee weken geleden is Fransis opgehaald bij de familie en overgezet naar het logeergezin waar ze een tijd verbleef. “De hele familie was in tranen”, zegt Erik. Daniëlle maakt zich zorgen: “Er is geen plan voor haar, wat is de volgende stap?”

De familie voelt zich buitenspel gezet. “Ik begrijp dat een voogd een besluit moet nemen, maar communiceer dan met ons. Betrek ons erbij. De verschillende jeugdzorginstellingen die je bij een pleegkind krijgt, nemen je niet serieus. Je bent slechts een vrijwilliger, terwijl je haar continu ziet”, aldus Daniëlle.

Pakket extra mensen

“Dit pleeggezin laat goed zien wat bij meerdere pleeggezinnen speelt”, zegt Peter van der Loo, directeur bij de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen. “Bij een pleegkind krijgen pleegouders vaak een heel pakket extra mensen die allemaal invloed op het kind hebben.”

Van der Loo ziet het vaker misgaan in de communicatie tussen pleegouders en pleegzorginstellingen. “Veel pleegouders hebben het gevoel zelf te moeten dealen met een situatie die niet loopt, terwijl ze hebben aangegeven hulp te willen”, zegt hij.

Probleem speelt al langer

Pleegouders hebben het gevoel buitenspel te worden gezet. Een nieuwe ontwikkeling? Niet echt. In 2013 werd dit al geconcludeerd door de Universiteit Leiden. Het onderzoek liet zien dat het verloop onder voogden hoog is en pleegouders geen partij zijn in de beslissingen die over het kind genomen worden.

Herkenning

De overkoepelende club is Jeugdzorg Nederland. Zij herkennen de klachten; de samenwerking tussen ouders en de instellingen gaat niet goed en hulpverleners komen en gaan bij een tijdelijke uithuisplaatsing.

“Daardoor moet je als kind steeds een nieuwe band opbouwen met een nieuwe hulpverlener. Dat komt de communicatie niet ten goede”, zegt Astrid Rotering, bestuurslid bij Jeugdzorg Nederland. Extra begeleiding kost extra geld, maar de sector moest het afgelopen jaar weer bezuinigen. “We gaan vooruit”, zegt Rotering, “maar we zijn in de afgelopen jaren wel minder ver gekomen dan we ons hadden voorgenomen.”

Bron: avrotros.nl

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER