In gescheiden gezinnen is het contact tussen drie generaties – kinderen, ouders en grootouders – lager dan in niet-gescheiden families. Ook heeft de wijze waarop met name de moeder is ingebed in de onderlinge verhoudingen, gevolgen voor haar welbevinden. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Vera de Beel aan Rijksuniversiteit Groningen.

Het aantal echtscheidingen in Europa is de afgelopen 50 jaar verdubbeld en er is veel aandacht voor de gevolgen van scheiding. Het onderzoek van Vera de Bel laat zien dat die gevolgen beter te begrijpen zijn als je naar het geheel van familierelaties kijkt. Dat wil zeggen, meerdere generaties en familieleden aan vaders en moeders kant van de familie.

Het uitgangspunt van het onderzoek was de vraag waarom het met sommige gezinnen beter gaat na een scheiding dan met andere in termen van relatiekwaliteit, conflict en welbevinden. Als ouders gaan scheiden heeft dit niet alleen gevolgen voor de relaties tussen gezinsleden, ouders en hun kind(eren), maar ook voor die met overige familieleden, zoals grootouders, ooms en tantes. Tegelijkertijd zijn deze familieleden een belangrijke vorm van steun voor het gezin.

Aard en structuur

Ten eerste ging het onderzoek over de aard en structuur van afhankelijkheden tussen familierelaties. Hoewel de relaties met zowel vader als moeder belangrijke voorspellers van de broer-zus relatie zijn, lijkt de relatie met moeder de meest belangrijke voorspeller van steun tussen broers en zussen. De resultaten van deze studie onderstrepen de afhankelijkheid tussen intergenerationele relaties en volwassen broer-zus relaties.

Wanneer het grotere familienetwerk wordt bekeken en wel/niet-gescheiden families worden vergeleken, is te zien dat contact tussen de drie generaties in gescheiden families lager is dan in niet-gescheiden families. Minder contact met familie aan de ene kant van de familie gaat samen met meer contact met familie aan de andere kant, maar dit is niet sterker in gescheiden families.

Welbevinden

Ten tweede kwam de vraag aan de orde hoe familierelaties het welbevinden beïnvloeden. Het ging dan om ambivalente – dat wil zeggen tegelijk positieve en negatieve – familierelaties van moeders. De wijze waarop moeders zijn ingebed in ambivalente driehoeksverhoudingen heeft gevolgen voor haar welbevinden. In een laatste studie werden familienetwerkdata onder gescheiden en niet-gescheiden families in Lifelines verzameld. Het bleek dat de combinatie van emotionele en praktische steun van anderen in de familie bijdraagt aan het welbevinden van familieleden. Ook hier werden geen verschillen aangetoond tussen gescheiden en niet-gescheiden families.

Relational structures and well-being in divorced and non-divorced families >>

Lees hier de Nederlandse samenvatting >>

Bron: rug.nl

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER