school en ouders

Sander Schimmelpenninck, hoofdredacteur van Quote, was in Buitenhof heel stellig: kinderen met rijke ouders hebben drie keer zoveel kans op een vwo-diploma, als kinderen die het met minder moeten doen. Heeft hij gelijk?

Op die vraag gaat een uitzending van Eén Vandaag. Tanja Traag van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft Schimmelpenninck deels gelijk: “Eén op de drie kinderen met rijke ouders krijgt een vwo-advies. Voor kinderen van ouders met een lager inkomen is dat ongeveer 15 procent. Dat verschil is dus best groot.”

 Niet drie keer zo vaak lager

De cijfers van Traag laten dus zien dat er een verschil is, maar dat het niet drie keer zo hoog ligt. Vervolgens moet je kijken naar het percentage kinderen dat hun vwo-diploma daadwerkelijk haalt: hoe verloopt hun middelbare schoolperiode? Daarvoor kwam men uit bij econoom Bas van der Klaauw, verbonden aan de Vrije Universiteit en gespecialiseerd in onderwijs.

En wat blijkt? Er is een significant verschil, maar dat komt absoluut niet in de buurt van de 300 procent van Schimmelpenninck. “Dat is wat overdreven. Kinderen van ouders met een hoog inkomen hebben bij een gelijke CITO-score ongeveer 10 tot 15 procent meer kans om het vwo af te maken”, zegt Van der Klaauw. 

Staat van het Onderwijs

Waar haalt de Quote-hoofdredacteur dan toch zijn cijfer vandaan? Dat blijkt te komen van een uitspraak van oud-minister van Onderwijs Jet Bussemaker uit 2015: “Uit recent onderzoek blijkt dat kinderen van hoogopgeleide ouders die hetzelfde scoren als die van lageropgeleiden drie en een half keer zo vaak een hoger advies krijgen.”

Bussemaker verwijst daarin naar het jaarlijkse rapport van de Onderwijsinspectie: ‘De Staat van het Onderwijs’. Maar hoe staat het er nu voor? In het laatst gepubliceerde rapport staat het volgende over kansengelijkheid: “De voorwaarden voor gelijke kansen lijken iets te verbeteren; er zijn meer dubbele adviezen en leerlingen klimmen vaker op binnen het voortgezet onderwijs.”

Hoog- of laagopgeleid

Een belangrijk verschil in deze cijfers is dat het gaat om hoog- en laagopgeleide ouders, en niet over arm of rijk. “Rijke ouders hebben vaak ook nog geld over voor hun kinderen zodat zij huiswerkbegeleiding krijgen of privé-onderwijs kunnen volgen”, zo zegt econoom Van der Klaauw.

Al met al blijkt dat de uitspraak van Sander Schimmelpenninck in Buitenhof niet klopt. Er is een verschil in slagingskans tussen kinderen van rijke of arme ouders, maar dat is niet zo groot als de hoofdredacteur van Quote doet voorkomen.

Luister hier de uitzending van Eén Vandaag terug >>

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER