Hij keek ons een beetje meewarig en glimlachend aan, de revalidatiearts. Het gebrek aan slaap en de huilbuien waar wij mee kampten weken niet significant af van andere ouders met een gezond kind in dezelfde leeftijd als onze verstandelijk beperkte dochter. Toch lijden wij, vooral onder de huilbuien. Het put ons uit. En niet alleen ons. Ook mijn zoon zie ik iedere keer weer in elkaar krimpen als ze begint.

Hoe lang zo´n bui duurt? Soms maar vijf of tien minuten. Wat ze doet? Soms alleen maar jammeren. Of huilen. En af en toe heel hard huilen. Maar het is alleen jammeren of huilen, niet meer dan dat. En ik kan me echt wel voorstellen dat de arts dacht: “Nou, dat valt toch wel mee?” Hij heeft ergere gedragsproblemen in zijn wachtkamer zitten. Maar nee, het valt helemaal niet mee. We zijn er ieder keer kapot van. En als iemand me ernaar vraagt, kan ik niet goed uitleggen waarom. En soms ga ik ook aan mezelf twijfelen…. Stel ik me aan?

Tot ik voor mijn studie een artikel over sensitisatie las. Oftewel, zoals het artikel het definieert, “het steeds gevoeliger worden van het brein voor steeds lagere dosering van de stimulus”. Bij herhaaldelijke blootstelling aan dezelfde prikkel treedt steeds meer gevoeligheid op bij steeds minder van de prikkel. Kinderen die gepest worden of in wiens nabijheid veelvuldig geschreeuwd wordt, worden simpel gezegd steeds gevoeliger voor pestsignalen of stemverheffing.

En ineens had ik daar de wetenschappelijke verklaring voor wat ik bij ons al veel langer bemerk. De jammer- en huilbuien van ons vlindertje hebben onze zenuwen aangetast, omdat we ze zo vaak krijgen. En omdat ze ons ook zo confronteren met alle verdriet. Het confronteert ons met de modder waar we dagelijks doorheen waden. Met het gegeven dat wat andere gezinnen kunnen, wij meestal niet kunnen. En wat andere gezinnen moeten (opstaan, aankleden, ontbijten, naar school en dan ook nog aan het werk), wij ook moeten. Alleen kost het ons zo ontzettend veel meer energie. Met wat ons vlindertje allemaal niet kan, en nooit zal kunnen. Met wat onze zoon moet missen in zijn jeugd.

Alles valt over ons heen, soms al bij de eerste snik. En dan maakt het helemaal niet uit hoe hard of lang ze jammert of huilt: we zijn er simpelweg overgevoelig voor geworden.

Hoe verdrietig die vaststelling eigenlijk ook is, ik ben er vooral blij mee! Want het verklaarde mijn gevoel en dat gaf me gek genoeg ook de ruimte voor een oplossing. Ik heb meteen de gedragsdeskundige gebeld om een afspraak te maken over het jammeren.

Leontien Sauerwein
Praktijk voor Verliesbegeleiding
www.leontiensauerwein.com

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER