Van de ouders die bekend zijn met online challenges, denkt 67 procent dat hun eigen kind niet aan een challenge zou meedoen. Dat blijkt uit een onderzoek van Stichting Opvoeden.nl en Stichting T.I.M. onder het Landelijk Ouderpanel. De ouders geven als reden op dat hun kind nog te jong is, goed met groepsdruk kan omgaan en niet veel online zitten.

In totaal deden 454 ouders aan deze peiling mee, waarvan 404 moeders en 50 vaders. Van de ouders geeft 76% aan bekend te zijn met online challenges. De meesten hebben hiervan gehoord via het nieuws (80%), social media of via hun eigen kinderen. 20% van de ouders weet ook dat hun eigen kind of vrienden van hun kind heeft deelgenomen aan een challenge. Een kwart van de ouders is niet bekend is met dit fenomeen.

65% van de ouders praat met hun kinderen over challenges. Ze vragen er dan spontaan zelf naar of doen dit naar aanleiding van nieuwsberichten. 22% zoekt informatie over online challenges, meestal via Google of social media. Meer dan 90% van deze groep geeft aan voldoende informatie te vinden in hun zoektocht op internet. Zij hebben vooral behoefte aan:

  • Een korte opsomming met tips.
  • Feiten en cijfers over online challenges.
  • Een filmpje of animatie over online challenges.
  • Ervaringsverhalen van andere ouders.

Bespreken op school

66% van de ouders vindt dat online challenges besproken moeten worden op school in bijvoorbeeld mentorlessen, lessen mediawijsheid of maatschappijleer. Zij vinden dat kinderen gewaarschuwd moeten worden en het goed is om hen meer weerbaar te maken voor groepsdruk en de gevaarlijke kanten van het internet. Het is goed dat kinderen ook horen van hun leeftijdsgenoten wat de gevaren kunnen zijn. Andere ouders geven aan dat dit een taak is voor de ouders zelf en wat minder voor de school.

Volgens Stichting T.I.M. kunnen scholen inderdaad een belangrijke rol spelen in de juiste informatievoorziening op dit vlak. De ervaring is dat een groot deel van de ouders een kennisachterstand heeft als het gaat om internet en online challenges, omdat ze hiermee niet zijn opgegroeid. In die zin lijkt de school de meest voor de hand liggende plek om jongeren structureel te informeren. Het is nodig om verder te werken aan verbeterde informatievoorziening. Bijvoorbeeld in de vorm van informatiefilms en animaties, maar ook moderne lespakketten voor scholen. Ze blijven echter ook de media opzoeken omdat dit voor ouders een belangrijke bron is en ook aanleiding om het te bespreken met hun kinderen.

Verbeterde informatie

Stichting Opvoeden.nl paste met Bureau Jeugd en Media de informatie over gevaarlijke internetspelletjes aan. Hierin staan nu, op verzoek van ouders, voorbeelden in van ongevaarlijke challenges en tips voor het bespreken van dit onderwerp met je kind. Deze informatie staat op Opvoedinformatie.nl en alle websites die deze informatie afnemen.

Bron: opvoedinformatie.nl

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER