Opvoeding en ouderschap zijn nog te vaak onderbelichte thema’s tijdens de inburgering. De nieuwe inburgeringswet biedt kansen om dit te veranderen. Hoe kan bij de inburgering opvoeding en ouderschap aandacht krijgen? En wat zijn de behoeften van ouders hierin? KIS onderzocht de mogelijkheden.

‘Eenmaal in een nieuw land beginnen de leefwerelden van ouder en kind vaak uit elkaar te lopen,’ observeert Inge Goorts, senior adviseur en projectleider bij Pharos: ‘Het kind leert de taal sneller, gaat naar school en maakt nieuwe vriendjes. Kinderen voelen zich daarom eerder thuis in Nederland dan hun ouders en dit kan leiden tot onderlinge wrijving en onbegrip.’

Dit is slechts één van de vele uitdagingen waar inburgeringsplichtige ouders tegen aanlopen, maar waar nog weinig aandacht voor is. Dat merken medewerkers van KIS en Pharos ook: zij ontvangen veel signalen uit de praktijk waaruit blijkt dat deze ouders behoefte hebben aan ondersteuning bij opvoeding en ouderschap. Een aanbeveling uit het onderzoeksrapport ‘Ondersteuning bij ouderschap en opvoeding voor inburgeringsplichtige ouders’ is dan ook om dit thema een vast onderdeel te maken van het inburgeringstraject. Dat is geen verrassing voor Goorts: ‘Je kunt je immers pas goed richten op inburgeren en werk als je geen zorgen hebt over je kinderen.’

Grote verschillen in aanbod

Goorts werkte samen met KIS onderzoekers Marije Voorwinden en Frouke Sondeijker om de precieze behoeften van inburgeringsplichtige ouders én de mogelijkheden om deze doelgroep te ondersteunen in kaart te brengen. Zij bestudeerden daarvoor bestaande wetenschappelijke literatuur en spraken met sleutelpersonen, gemeenten en enkele vooraanstaande organisaties in het veld.

‘De thema’s opvoeding en ouderschap zijn momenteel geen vast onderdeel van de inburgering,’ vertelt Sondeijker: ‘Daarom verschilt het sterk per gemeente hoeveel aandacht men hieraan besteedt. Sommige gemeenten hebben een uitgebreid aanbod, anderen doen helemaal niks. Als je het hebt over gelijke kansen, is dit niet wat je wil.’

Brede intake

Op 1 januari gaat de nieuwe inburgeringswet in. Deze biedt volgens de onderzoekers kansen om het aanbod gelijk te trekken. ‘Als je dit thema een plek geeft tijdens de brede intake hoeft dat niet veel extra inspanning te kosten,’ denkt Voorwinden: ‘Idealiter is daar ook een contactpersoon bij aanwezig die kennis heeft van opvoeding, of een sleutelpersoon die bepaalde behoeften kan signaleren.’

Diverse behoeften

Eén van de eerste zaken die opvallen als je het rapport leest, is namelijk dat die behoeften van inburgeringsplichtige ouders erg divers zijn. Sommigen willen bijvoorbeeld informatie over het Nederlandse schoolsysteem. Anderen over hoe je je kind weerbaar maakt tegen discriminatie, en weer anderen hebben vragen over seksuele voorlichting. Ouders van jonge kinderen hebben andere vragen dan ouders met pubers. En ook zijn er verschillen tussen ouders met verschillende culturele achtergronden.

Maatwerk

‘Een eenduidig advies bestaat dus niet,’ beaamt Sondeijker: ‘Het belangrijkste is dat je er als hulpverlener “bent”. Zorg dat mensen bij je terecht kunnen met hun vragen. En kijk dan hoe je daar op reageert. Probeer maatwerk te bieden.’

Lees verder op kis.nl >>

Zie ook:

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER