Alle ouders dromen van een goed leven voor hun kinderen. In de opvoeding hebben ze er alles aan gedaan om hen een goed fundament mee te geven. En toch weten ze er niets van te maken. Praten hierover blijkt een groot taboe.

‘Je dochter belt alleen als je iets van je moet, je zoon is een lamlul die liever blowt dan studeert. Als moeder droom je van een goed leven voor je kinderen, maar soms loopt het anders: ‘Hangt ze weer met dat suffe vriendje op de bank.’ Aldus de intro van een artikel in Saar Magazine oer ouders die teleurgesteld zijn in hun inmiddels volwassen kind.

Het vervolg kent dezelfde teneur. ‘Je zoon kiest ervoor te werken in een kroeg in plaats van zijn studie af te maken. Je dochter belt je alleen als ze iets van je nodig heeft en zal in de bus niet opstaan voor een hoogzwangere vrouw. En ondanks alles wat je erin hebt gestopt aan groente, wijze geldlessen en het nut van persoonlijke hygiëne, leeft je volwassen nazaat in een zwijnenstal, staat rood en eet zich vadsig aan afhaalmaaltijden. Het kan pijnlijk zijn te moeten constateren dat het kind waar je zo je best op hebt gedaan zijn potentieel niet waarmaakt.’

Veel teleurstelling

Toegeven dat je kind een beetje tegenvalt, is een van de weinige taboes dat nog overeind staat. Zo’n taboe dat er geen cijfers over zijn, al levert een rondje familietherapeuten bellen door de auteur van het stuk een voorzichtige schatting op dat één op de tien ouders teleurstelling voelt bij zijn of haar kind. Dit zijn logischerwijs de zwaardere gevallen, die bij een professionele hulpverlener terechtkomen. Afgaand op een alweer volstrekt niet representatieve belronde langs middelbare ouders, ligt dat aantal hoger (een op de zeven), maar is men veel milder. “Het is een hartstikke leuke meid, maar ze is lui en makkelijk”, zegt Sasha over haar dochter van zeventien. “Ik kan niet goed tegen die zesjesmentaliteit. En ik erger me eraan dat ze haar zaterdagbaantje afbelt omdat ze zogenaamd ziek is, terwijl ze alleen maar een kater van het stappen heeft. Mijn man en ik zijn aanpakkers, we hechten er belang aan ons aan afspraken houden. Zo gaat ze het natuurlijk niet redden in de echte wereld.”

De wrevel piekt rond het 21ste jaar: in de puberteit is er nog verrassend veel coulance, voor adolescenten is minder begrip. Veel ouders maken zich zorgen over de besluiteloosheid van kinderen rond de twintig, zijn teleurgesteld over het gebrek aan daadkracht of geërgerd dat ze nergens tegen kunnen. “Ik verwijt mezelf steeds vaker dat ik te aardig en hulpvaardig ben geweest”, zegt Paula, moeder van een dwaallicht van 24 dat geen aanstalten maakt zich als een volwassene te gedragen. “Uit liefde wilde ik hem beschermen en lekker lang kind laten zijn. Nu denk ik: we hadden de lat wel wat hoger mogen leggen. Strenger moeten zijn met geld, met afspraken. Niet onmiddellijk moeten zeggen dat hij niet hoefde te gaan toen hij het zeilkamp toch een beetje spannend vond. Feit is dat je als volwassene best veel ‘moet’ of je het nu leuk vindt of niet. Daar hebben we hem misschien toch niet goed op voorbereid.”

Lees verder op saarmagazine.nl >>

 

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER