De meeste baby’s zijn ná hun ziekenhuisopname lijfelijk genezen, maar emotioneel vaak hyperalert. Dat komt omdat het baby- en peuterlichaam te veel en te lang als ‘apparaat’ wordt opgevat en het merendeel van de medisch staf bijna uitsluitend technisch is opgeleid. Ondanks de goede medische zorgen betekent dit dat ouders en hulpverleners nog lang bezig kunnen zijn met het opruimen van de gevolgen van het kindergeneeskundig handelen.

In ziekenhuizen is er over het algemeen, uitzonderingen daar gelaten, te weinig verbinding tussen de aandacht voor lichamelijk herstel en de zorg voor emoties en het stressregulatiesysteem van jonge kinderen. De afdeling medische psychologie en de kennis van Infant Mental Health zou structureler geïntegreerd mogen worden in het handelen en denken op de afdeling. Te veel  jonge kinderen verlaten namelijk extreem gevoelig voor pijn en stress het ziekenhuis. Dat zijn kinderen die lijfelijk wel genezen zijn, maar emotioneel hyperalert blijven reageren. Deze emotieregulatieklachten komen terug in de vorm van problemen met eten, huilen, slapen en moeilijk gedrag op de poliklinische spreekuren van kinderartsen en andere zorgverleners. Die wijze van denken over het lijf heeft een lange geschiedenis. Het is nauwelijks te bevatten, maar tot in de jaren ‘80 werden jonge baby’s nog zonder verdoving geopereerd. En veel pedagogiek op de kinderafdelingen van vandaag kenmerkt zich door gedragstherapie uit de tijd dat we van sensitiviteit nog niet zoveel begrepen. Straffen, negeren en belonen – zonder af te stemmen op het kind.

Natuurlijk  is een technische blik op sommige plekken en momenten nodig in het ziekenhuis. Als je volledig empathisch bent met je patiëntje, kun je niet snijden, prikken of verdoven. Je moet je sensitiviteit kunnen afschakelen om het maar mechanistisch uit te drukken. Emotioneel afstand nemen is meestal niet zo moeilijk. Het probleem zit ’m in het op verkeerde momenten emotioneel afstandelijk blíjven en tegelijkertijd ouders mee te nemen in deze ‘technische’ houding.

Combineren

De kunst zit ‘m in combineren: ouders helpen empathisch te zijn en hun kind te troosten, terwijl jíj je vak uitoefent. Want ouders moeten wél sensitief kunnen blijven, dat is nuttig en nodig voor het kind om een ziekteperiode zo goed mogelijk te doorstaan. Ouder en kind hebben elkaar nodig. Als de ouder-kindrelatie z’n werk kan doen, kan de stress bij het kind gemakkelijk weer omlaag. En dan gaan óók genezing en ontslag sneller.

Het is dus heel nuttig als je je als zorgprofessional beter bewust bent van dit mechanisme. Door sensitief te zijn, kun je je even gericht focussen op de signalen van je patiëntje of van de ouders, zoals angst, pijn en eenzaamheid. Die kun je dan met aandacht kalmeren of verhelpen. Het is fijn om dit te delen met je collega’s. Dan kunnen ze je helpen attenderen als je door vermoeidheid of stress te veel op routine handelt.

Stimuleer ouder-kindrelatie

Gelukkig worden in ziekenhuizen wereldwijd artsen zich steeds meer bewust van de emotionele en relationele wezens die jonge kinderen en hun ouders zijn. Artsen begrijpen meer en meer dat de ouder-kindrelatie net zo’n nuttig feedbackmechanisme is als honger, bloeddruk of temperatuur. Dit betekent dat er aandacht nodig is voor het versterken van het netwerk om gezinnen met een ziek kind om uitputting en isolement bij ouders te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan het uitbreiden van huidcontactopties op de afdeling en het informeren van ouders hoe zij hun baby of peuter kunnen troosten. Van belang in dit verband is ook het verbeteren van de ouderbegeleidingsvaardigheden van zorgverleners.

Tips om te verbinden

Kortom, er moet meer aandacht komen voor het verbinden van lichamelijk herstel en emotionele zorg. Dit draagt er enorm aan bij dat al snel na het lichamelijke herstel de gewone draad van de ontwikkeling kan worden opgepakt. Dan groeien er meer jonge kinderen op met een (redelijk) gereguleerd zenuwstelsel. En weten ouders op hun beurt beter hoe ze hun kind kunnen troosten en kalmeren.  Door de grote verbanden te gaan zien, worden we met elkaar steeds beter in het voorkomen van medisch trauma bij een kind en zijn of haar ouders.

Wat bijvoorbeeld kan helpen:

  • Doe een rustige buikademhaling voor om ouders en kind samen rustig te ademen.
  • Check alle informatie van Rebecca Pillai Riddell en Anna Taddio van Sickkids.
  • Reageer aandachtig op angstsignalen, helpen met een kalme knuffel en afleiding.
  • Informeer, bijvoorbeeld door het heldere overzicht van Anna Taddio van Sickkids overal op te hangen;
  • Vertoon het filmpje Be Sweet to Babies in de wachtkamer. Hierin wordt de wetenschappelijke stand van zaken samengevat, namelijk tijdig beginnen met: 1. Borstvoeding 2. Kangaroecare 3. Suikerwater al dan niet met speen.
  • Kijk video-opnames van de samenwerking tussen ouders, kind en zorgprofessionals op kritische momenten terug: deze kunnen veel informatie opleveren waar nog winst geboekt kan worden. Sfeer en samenwerking op de afdeling worden op die manier ook onderwerpen van gesprek.
  • Help ouders op tijd te starten met coregulatie voorafgaand aan een nare medische handeling.
  • Begin 5 minuten voor het prikken met borstvoeding en 15 minuten daarvoor met cangaroocare. Dat sedeert het best.
  • Oefen met vaardigheden om de sonde of andere hulpmiddelen in te brengen tegen de borst van ouders.
  • Laat ouders hun baby niet eerst wegleggen als ze in paniek of heel gestrest zijn: troost als zorg- of hulpverlener liever 2 personen voor de prijs van 1.
  • Gebruik een neutrale woordkeus en afleiding om ouders en kinderen zo min mogelijk met de pijn bezig te laten zijn en zich te laten richten op positieve uitkomsten. Laat je inspireren door Comfort Talk van Elvira Lang. https://youtu.be/DQn32elgBaE
  • Neem een ouderbegeleidende positie in: veel ouders komen in een ontredderde en paniekerige toestand op de kinderafdeling of de afdeling neonathologie. Ze zijn per definitie kwetsbaar en voelen zich al schuldig en falen.
  • Verwerf kennis en vaardigheden in de omgang met ingewikkelde ouders met persoonlijkheidsproblematiek die meer dan gemiddeld over de vloer komen in het ziekenhuis. Zij hebben nog meer dan andere ouders zorgverleners nodig met een kalm brein.
  • Kijk waar je huidcontact kunt bevorderen, ook tijdens het vervoer in de ambulance, te meer daar bij jonge kinderen het centraal zenuwstelsel nog niet is uitgerijpt. Is er een voldoende breed bed, waar ouders naast het kind kunnen liggen? En als dat niet kan, kunnen ouders een arm om hun kind slaan? Of kunnen kinderen hun ouders voelen en ruiken?
  • Maak ruimte voor het uiten van negatieve en nare gevoelens. Soms kunnen ouders pas gebruik maken van positief gerichte opmerkingen of hulpverleningsmethoden als ze eerst hebben mogen spreken over haat, afkeer, walging en woede.
  • Wees alert op relationeel trauma of ouderschapstrauma: veel ouders met een kind met medisch trauma raken mee getraumatiseerd.
  • Bereid ouders voor op een tijd van psychologisch herstel na het ziekenhuis: separatieangst, dus angst om te scheiden van je ouders, ontwikkelt zich vrij gemakkelijk na medisch trauma.
  • Leg uit dat regressie, jonger gedrag vertonen, nuttig en nodig is om de uitgestelde behoeftes nog (deels) in te mogen halen: de draad van de ontwikkeling weer oppakken betekent namelijk dat veel kinderen ná het ziekenhuis nog jongere behoeftes laten zien dan die bij hun leeftijd passen.
  • Organiseer dat de medische psychologie een structureel onderdeel wordt van het beleid en de afdeling. Zo kan er veel meer preventief worden gedaan op de afdeling en hoeven er minder ‘brandjes’ te worden geblust of ‘herstelwerkzaamheden achteraf’ te worden uitgevoerd.

Marilene de Zeeuw

Marilene de Zeeuw is Klinisch psycholoog, Infant Mental Health Specialist en gedragstherapeut en supervisor VGCt. Ze werkt in de specialistische GGZ met (zwangere) ouders en hun jonge baby, peuter of kleuter.

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER