Bij mishandelende ouders denken we eerder aan ouders die hun kinderen stelselmatig aftuigen dan aan liefhebbende ouders! En toch wil ik zo naar deze ouders kijken. Het is mijn diepste overtuiging, ook na vijfentwintig jaar ervaring binnen de Jeugdzorg, dat elke ouder een goede ouder wil zijn.

‘Mishandelende ouders, wat voor ouders zijn dat eigenlijk?’ Als ik deze vraag stel aan deelnemers van de training ‘Signaleren en bespreekbaar maken van onveilige opvoedsituaties’ krijg ik antwoorden in de geest van: ‘Ouders die zelf mishandeld zijn’, ‘overbelaste ouders’, ‘ouders met psychische problematiek’ en ‘onmachtige ouders’. Deels kloppen deze antwoorden. In die zin dat deze typeringen stuk voor stuk als risicofactoren gelden voor het ontstaan van kindermishandeling. Bij vrijwel alle mishandelende ouders is één of meer van deze factoren van toepassing.

Onverwachte wending

Toch wil ik op een andere manier naar mishandelende ouders kijken. Na een eerste brainstorm over het beeld van handelende ouders, laat ik een volgende dia zien met daarop deze twee woorden: Liefhebbende ouders! Dat geeft een onverwachte wending aan de denkrichting van de deelnemers. Een denkrichting die mijn inziens nodig is om op de juiste manier te reageren op signalen van  onveiligheid binnen gezinnen. Ik ben nog nooit een ouder tegen  gekomen die bij de geboorte van zijn of haar kind besloot: ‘Ik ga dit kind mishandelen en beschadigen’.

Misdrijf

Maar daarmee is natuurlijk niet alles gezegd. Want mishandeling is een misdrijf en kindermishandeling is ook een misdrijf! Het zou van groot onrecht getuigen als we alleen naar de intentie van ouders kijken en daarbij onvoldoende de bedreigingen en kwetsuren van kinderen zouden zien  en de noodzaak niet zouden voelen om die te helpen verminderen!

Als we zowel de intentie van ouders, als de concrete situatie waarin kindermishandeling plaats vindt naast elkaar zetten, hebben  we te maken  met de zeer moeilijke werkelijkheid van: Liefhebbende ouders plegen een misdrijf!  Deze werkelijkheid brengt omstanders, waaronder ook hulpverleners, in een spagaat.  Enerzijds wil je de liefhebbende ouder zien, en anderzijds is er een kwetsbaar kind dat door diezelfde ouders onrecht wordt aangedaan.

Mededogen en rechtvaardigheid

Naar mijn overtuiging is het noodzakelijk dat we als omstanders (zowel formele en informele betrokkenen) voor beide aspecten evenveel aandacht hebben. Dat we enerzijds op zoek willen gaan naar het liefhebbende ouderhart achter de mishandelende  ouder, en dat we anderzijds onrecht aan het licht brengen en opkomen voor de meest kwetsbare partij, namelijk het kind. Het vraagt om een benadering van zowel mededogen richting ouders, als eerlijkheid en rechtvaardigheid ten behoeve van de minderjarige.  Als we deze twee aspecten  steeds bepalend laten zijn in onze bejegening van ouders dan is er de grootste kans op constructieve samenwerking. Prof. Adriaenssen, die in België autoriteit is op het gebied van kindermishandeling, stelt: er valt met negentig procent van  de ouders goed samen te werken mits je handelen  gekenmerkt wordt door liefde, transparantie en rechtvaardigheid. Vanuit mijn ervaring binnen onder jeugdbescherming herken ik dit helemaal!

Gespreksvaardigheden

Als je als omstander de intentie hebt om het liefhebbende ouderhart te bereiken, vraagt dat ook om de juiste vaardigheden. Vooral de vaardigheid om vragen  te stellen  die voor ouders niet bedreigend zijn, en die hen kunnen helpen om zelf ook weer in contact te komen met hun eigen liefhebbende ouderhart. Voor mijn trainingen rond dit onderwerp heb ik een document gemaakt met vijfentwintig voorbeeldvragen die in dit kader staan. Ik noem er hier vijf:

  1. Hoe hoopt u dat uw kind(eren) later zullen terug kijken op hun jeugd?
  2. Wat heeft u nodig om de ouder te zijn die u graag zou willen zijn?
  3. Van wie krijgt u wel eens waardering/complimenten over de manier waarop u ouder bent?
  4. Wat voor persoon hoopt u dat uw kind zult worden?
  5. Wat heeft hij/zij daarvoor van u nodig?

Wanneer het lukt om dit soort vragen aan de orde te stellen, breng je ouders vanuit een positieve benadering in een proces van reflectie over het ouderschap en  hun eigen handelen. En  daarmee draag je bij aan het bouwen van twee belangrijke buffers tegen kindermishandeling: het kunnen reflecteren op het ouderschap en het hebben van ‘goede-ouder-ervaringen’.

portret Maria Vermeulen

Maria Vermeulen is trainer bij Salouz – ieder kind veilig, een bureau voor training en opvoedingsbegeleiding. www.salouz.nl

Deze column is een samenvatting en met toestemming van de auteur overgenomen; zie voor de volledige tekst bvd-advocaten.nl

 

BewarenBewaren

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER