Twee derde van de ouders krijgt bij het ouderschap steun uit hun informele netwerk, zoals vrienden, familie en buren. Bijna de helft van de ouders van kinderen tot en met 18 jaar krijgt oppashulp. Ruim vier op de tien ouders vinden een luisterend oor. En drie op de tien ouders ontvangen advies over de verzorging en opvoeding van kinderen.

Dat blijkt uit het onderzoek Sociale netwerken van ouders van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) waarover scp.nl en nji.nl berichten.

De meeste ouders zeggen tevreden te zijn over de hoeveelheid steun uit hun informele netwerk. Ook zijn zij tevreden over de steun uit hun formele netwerk, zoals het consultatiebureau, de school of de kinderopvang.

De toegang tot sociale netwerken is niet voor alle ouders gelijk. Juist ouders in een kwetsbare positie kunnen minder vaak terugvallen op een steunend netwerk. Daarnaast wil een deel van de ouders geen steun vanwege privacy en schaamtegevoelens.

Fundamenteel

Steun uit sociale netwerken van ouders is veel meer dan het helpen oplossen van praktische problemen, aldus de onderzoekers. Informele hulp biedt ouders eveneens mentale ondersteuning, veiligheid en geborgenheid. Volgens de ondervraagde ouders zijn dit voor hen fundamentele voorwaarden om steun te vragen. Maar ook om opvoedzaken die voor hen moeilijk zijn te delen met anderen.

‘De fundamentele waarde van informele steun is een belangrijk aandachtspunt om verder te verkennen, net als welke rol gemeenten kunnen spelen in het faciliteren van deze steun’, zegt Caroline Vink van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Voor ouders is het soms moeilijk om anderen om steun te vragen. Het is belangrijk om ook daar aandacht voor te hebben. Dit normaliseren is het begin van een steunende en stimulerende opvoedomgeving.’

Grenzen

Het SCP onderzocht met bestaande surveys en nieuwe diepte-interviews met ouders de rol van Sociale netwerken van ouders bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Uit dit onderzoek blijkt dat steun vanuit het eigen netwerk voor ouders vaak positieve effecten en opbrengsten heeft. Het kan echter ook leiden tot onzekerheid. De toegang tot sociale netwerken is niet voor alle ouders gelijk. Juist ouders in een kwetsbare positie kunnen minder vaak terugvallen op een steunend netwerk. Daarnaast zitten er grenzen aan de inzetbaarheid van het netwerk. Een deel van de ouders wil bijvoorbeeld geen steun vanwege privacy- en schaamtegevoelens.

Geruststellend

Uit het onderzoek blijkt verder dat gesprekken met andere ouders en professionals uit het vanzelfsprekende formele netwerk een geruststellend effect kunnen hebben. Het gaat dan om het netwerk waar alle ouders in principe contact mee kunnen hebben. Denk aan het consultatiebureau, school of kinderopvang. Ook leren ouders van de tips en adviezen van mensen in hun netwerk en kunnen ze even bijtanken als het netwerk oppast of klusjes uit handen neemt.

Steun uit het informele netwerk en het vanzelfsprekende formele netwerk ervaren ouders echter lang niet altijd als helpend. Dit laatste geldt vooral bij advies. Dat sluit soms niet aan bij de ouders, wordt soms als een oordeel of als te bemoeizuchtig ervaren. Maar het kan ouders ook onzeker maken. Daarnaast kan de omgeving met eigen problemen voor ouders meer tot last dan tot steun zijn. Het is belangrijk om in de uitvoering van beleid oog te hebben voor de mogelijke negatieve effecten van steun van sociale netwerken.

Drempels

Verschillende factoren kunnen belemmeren dat ouders informele hulp zoeken bij problemen. Veel ouders willen problemen graag zoveel mogelijk zelf oplossen, zien de opvoeding als een privékwestie of willen liever professionele hulp. Steun is ook niet ‘gratis’, opvattingen over wederkerigheid en het niet kunnen leveren van een wederdienst kunnen ouders belemmeren hulp te vragen. Ook spelen hoge verwachtingen ten aanzien van een ideale opvoeding en ‘het perfecte kind’ – zowel vanuit de omgeving als vanuit de ouders zelf – mee waardoor problemen gezien kunnen worden als falen. Hoge verwachtingen kunnen ouders onzeker maken en terughoudend in het zoeken van informele hulp. Deze belemmeringen en ook handelingsverlegenheid van de omgeving kunnen vooral een rol spelen bij netwerkleden met wie men minder vertrouwd is, zoals buren. Het overwinnen van deze drempels vergt een cultuuromslag die veel tijd en inzet vragen van zowel ouders, medeburgers, professionals als de overheid.

Ongelijkheid

Niet alle ouders krijgen evenveel hulp. Zo ontvangen moeders vaker hulp dan vaders. Verder krijgen ouders met een lagere opleiding, lager inkomen en alleenstaande ouders minder vaak steun binnen hun eigen netwerk dan ouders met een hogere opleiding, hoger inkomen en een partner. Dat terwijl het gemis van een partner en een laag inkomen stress-bevorderende omstandigheden zijn die de behoefte aan hulp bij het ouderschap kunnen vergroten. Daarnaast ontvangen ouders van kinderen van 12 jaar en ouder minder vaak informele en vanzelfsprekende formele hulp dan ouders van jongere kinderen. De behoefte aan steun van ouders van oudere kinderen is echter niet minder groot: zij blijken zich juist vaker zorgen te maken.

Meer informatie

SCP-onderzoek Sociale netwerken van ouders
Infographic nav webinar NJI
NJi-publicatie Samen opvoeden

Bron: nji.nl / scp.nl

Zie ook:
Tips om netwerk ouders te betrekken

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

1 REACTIE

LAAT EEN REACTIE ACHTER