Veel ouders kampen met een hechtingsprobleem. “Het spreekt voor zich dat dit een obstakel vormt voor het ontwikkelen van een goede ouder-kindrelatie”, geeft dr. Anneke Vinke aan. Oorzaak is dat iedere ouder zijn of haar eigen verleden meeneemt. “Dit heeft onherroepelijk invloed op de opvoeding. Neem een ouder die er gewoonweg niet in slaagt om emotioneel beschikbaar te zijn.” Anneke pleit voor meer aandacht voor dit aspect binnen de jeugdhulpverlening. Te meer daar adequate behandelmogelijkheden voorhanden zijn. “Het is vooral zaak hier oog voor te hebben. Nu wordt dit onderwerp te vaak, veelal onbewust, uit de weg gegaan.”

Uit de literatuur blijkt dat de emotionele band tussen een kind en zijn beschermende opvoeder veel facetten kent. “In de opvoeding komt veel terug wat men ooit zelf als kind heeft meegemaakt. Kun je bijvoorbeeld beschermen? Omgaan met emoties? Troosten? Beschikbaar zijn? Onvoorwaardelijk zijn? Allemaal eigenschappen die nodig zijn om je kind te kunnen lezen. En omgekeerd, een kind het vertrouwen geven dat de ouder er is voor troost, steun, waardering en regulering.” Anneke raadt daarom aan goed oog te hebben voor het eigen verleden van de ouders. “Natuurlijk, ouders komen bij hulpverleners met vragen over hun kind.  Maar als blijkt dat zij zelf onveilig gehecht zijn, dat emoties moeilijk zijn of alles overheersen, is het belangrijk hiermee aan de slag te gaan voordat het kind in behandeling komt. Ouder en kind zijn immers onlosmakelijk verbonden.”

Hechtingswond

Maar hoe kom je te weten dat een ouder met een hulpvraag zélf kampt met een onveilige hechting? “Vooral via goed opletten”, legt Anneke uit. “Hoe ze zitten, contact maken, reflecteren op eigen handelen, noem maar op. Het zijn de kleine signalen die een hulpverlener op alert kunnen zetten dat er mogelijk een ‘hechtingswond’ onder het ouderlijk gedrag ligt. Vaak impliciet hoor. Patronen in de opvoeding kunnen intergenerationeel zijn, het is helaas niet anders. Het is altijd de moeite waard, ook wanneer er geen echt probleem op dit gebied is, om de eigen gehechtheid te verkennen met ouders. Zijn er krenkingen geweest? Hoe werd dat opgevangen? Waar vond men troost, aandacht en onvoorwaardelijke acceptatie? Zijn er grote breuken geweest in relaties, zoals overlijdens of andere verliezen? Dat helpt hen om meer en anders beschikbaar te zijn voor hun kind. Ze komen immers niet voor niets bij de hulpverlening.”

‘Kind even fiksen’

Soms zijn ouders wat afwerend. “Iedere hulpverlener kent dat wel. Dan komen ze met de min of meer expliciete opdracht dat het kind ‘gefikst’ moet worden, want iedere dag is er strijd. Juist dán is starten met ouderbegeleiding en psycho-educatie wezenlijk. Wat is het dat dit kind zo moeilijk maakt voor jou als ouder? Zijn het genen? Is het een trigger van vroeger? Wat is de meest passende hulp? Die kan je alleen bieden als je weet wat een ouder zelf wel of niet kan.” Het is daarbij niet de bedoeling dat ouders gaan denken ‘het ligt aan mij’, waarschuwt Anneke. “Het gaat erom dat ouders zich gaan verwonderen. Dat ze zich afvragen wat er wel en niet veranderbaar is. Bij henzelf, bij hun kind, in de patronen.”

Eigen hechting

Dr. Anneke Vinke: “Kleine signalen wijzen vaak op een ‘hechtingswond’ onder het ouderlijk gedrag”

Anneke benadrukt dat hetzelfde speelt bij hulpverleners. “Verdiep je eens in de vraag of je zelf  eigenlijk wel veilig gehecht bent en wat dat betekent voor je werk met gezinnen”, raadt ze aan. “Elke dag weer kom je dingen tegen die aan je eigen persoonlijke verhaal raken. Gehechtheid speelt altijd een rol. Wat je meedraagt, wat je gevormd heeft, maakt hoe je betekenis geeft aan de wereld. Als er veel angst of afwijzing in je levensgeschiedenis ligt, is er misschien wel meer wantrouwen dan vertrouwen als basis voor jou als persoon.”

Het gaat erom dat ouders eerlijk en open durven kijken naar zichzelf, naar hun eigen ervaringen naar hoe ze geworden zijn wie ze zijn. Dat ze achterhalen waarom ze doen zoals ze doen. Dat ze, als daar moeilijke zaken in zitten, een weg vinden doordat een hulpverlener adequaat met die eigen littekens uit het verleden weet om te gaan. Alleen dán kunnen  ze onbevangen en vertrouwend naar zichzelf en de wereld kijken. Dit is de basis voor het opbouwen van een goede ouder-kindrelatie.”

Dr. Anneke Vinke heeft orthopedagogiek gestudeerd in Nijmegen, met als specialisatie opvoedings-en gedragsproblemen bij jonge kinderen. Zij is gepromoveerd op een proefschrift over adoptie. Naast heel veel andere werkzaamheden, werkt Anneke in haar eigen praktijk, coördineert de opleiding sensorimotor psychotherapie en is freelance docent bij de RINO-groep.  

Zie ook:

 

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

1 REACTIE

LAAT EEN REACTIE ACHTER