Kindermishandeling

Mbo-studenten uit armere milieus hebben significant minder slagingskansen als zij doorstromen naar het hbo. Bij studenten die vanuit de havo instromen in het hbo hebben het inkomen en opleidingsniveau van hun ouders minder invloed.

Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Researchned en NRO. De studie, waarover scienceguide.nl bericht, maakte een analyse van de instroomgegevens in het hbo van 340.000 studenten over de afgelopen vijf jaar.

Veel uitval en switch

De uitval en switch in het eerste jaar van het hbo is hoog. Van de studenten die in studiejaar 2016-2017 aan een voltijds bachelor begonnen volgt slechts 64% het jaar erna nog dezelfde opleiding. Met andere woorden ruim 35% van de studenten valt uit of switcht na het eerste jaar. Daarbij geldt dat uitval en switch er verschillend uitzien voor de twee grootste groepen instromers; havisten switchen vaak van studie en of instelling, mbo-studenten vallen juist vaker uit.

Eerder onderzoek heeft laten zien dat een switch van opleiding of instelling na het eerste jaar op het hbo vaak betekent dat de betreffende student het diploma niet haalt. Om oplossingsrichtingen voor dit probleem te vinden heeft ReserachNed samen met NRO onderzoek gedaan naar welke groepen daadwerkelijk uitvallen in het hbo. De onderzoekers hebben daarbij de sociaaleconomische achtergronden van switchers en uitvallers onderzocht, evenals de persoonskenmerken, zoals geslacht etniciteit en vooropleiding.

Inkomstenniveau ouders

Het opleidingsniveau van de ouders voor mbo-instromers lijkt van aanzienlijke invloed te zijn op de mate waarin studenten uitvallen en switchen. Uitval en switch liggen aanzienlijk hoger bij studenten met laagopgeleide ouders. Zo is van de instromende studenten in 2016 en 2017 met hoogopgeleide ouders 18% geswitcht en 18% uitgevallen. Terwijl dit voor studenten met lager opgeleide ouders respectievelijk 25% en 23% is.

Bij studenten die direct uit de havo instromen gaat het slechts om enkele procentpunten verschil. Het hebben van lager of hoger opgeleide ouders is dus veel minder gecorreleerd met uitval en switch bij instromers met een havo-achtergrond.

Ook het verband met het inkomen van de ouders is onderzocht. Dit blijkt zowel voor mbo-studenten als havisten samen te hangen met uitval en switch. Studenten afkomstig uit de hogere inkomenscategorieën vallen minder vaak uit en switchen minder. Voor instromers vanuit het mbo geldt voor 2016-2017 dat van de studenten uit het hoogste inkomensdeciel (67%) niet is uitgevallen of geswitcht, terwijl bij studenten uit het laagste inkomensdeciel slechts 52% niet is uitgevallen of geswitcht. Bij instromers vanuit de havo gaat om respectievelijk 63% en 55%.

Hoger eindcijfer goede voorspeller

Bij zowel bij de mbo-instroom en havo-instroom is te zien dat een hoger eindcijfers op de eindlijst van de middelbare school een positief effect heeft op het voorkomen van uitval of switch. Hoe hoger het eindcijfers des te minder studenten switchen of vallen uit.

Het inkomen en opleidingsniveau van de ouders speelt voor de mbo’ers een veel belangrijke rol dan voor de havisten. Zo hadden de instromers vanuit het mbo met hetzelfde eindcijfer (7 – 7,5) 13% minder kans om uit te vallen wanneer hun ouders hoger opgeleid zijn/waren. Voor studenten met een 7,5 of hoger is dit verschil kleiner, 8% maar nog steeds substantieel. Voor instromers vanuit de havo gaat het om slechts 1 tot 2 procentpunten verschil voor studenten met vergelijkbare CE-cijfers.

Opleidingsniveau ouders

Uit het onderzoek blijkt dat het opleidingsniveau van de ouders de kans op uitval en switch voor hbo-studenten beïnvloedt. Voor mbo-studenten is te zien dat instromers met lager opgeleide ouders vaker uitvallen of switchen dan mbo-instromers met ouders met een opleiding op midden-niveau.

Voeg je hier ook het inkomen bij dan blijft het effect voor mbo’ers zichtbaar. Voor de lage inkomensdecielen is duidelijk een stijgende trend te zien bij uitval en switch vanaf het inkomensdeciel 61-70%. Alles daaronder neemt de kans op uitval en switch toe. Hoe lager het gezinsinkomen hoe hoger de kans op uitval. Bij de hogere inkomens zijn er geen significante verschillen waar te nemen. Bij havisten is ook te zien dat een lager inkomen de kans op uitval vergroten, maar het effect is aanzienlijk kleiner dan bij mbo’ers

Lees verder op scienceguide.nl >

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER