Recensie ‘Ouders doen ertoe’ door Bob de Raadt

Allereerst valt op hoe fleurig de lay-out van dit boek is. Ook de indeling springt in het oog en is overzichtelijk. En, belangrijker, de vraagstelling is boeiend: “Hoe krijgt opvoeding voldoende diepgang? Hoe voed je kinderen op tot zelfstandigheid?” In dit boek werkt de auteur, Gerarda van der Veen, dit uit in een kleurrijk ontwikkelingsmodel. Van harte aanbevolen aan ouders, pedagogische zorgverleners, leerkrachten en andere belangstellenden.

Ouders doen ertoe’ gaat over het opvoeden van alle kinderen, maar weerspiegelt ook de expertise van de auteur met hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid. Dit blijkt ook uit de ondertitel: ‘Het belang van een goede opvoeding, in het bijzonder voor gevoelige en begaafde kinderen’. De schrijfster schetst een algemeen kader over verschillende denkbeelden in onze samenleving: over een veranderende wereld, onze prestatiemaatschappij, het idioom van ‘alles moet leuk zijn’ en de visie ‘het kind staat centraal’.  Zij noemt zes trends in onze maatschappij:

  • Kinderen weten zelf wat goed voor hen is
  • Sta in positieve verbinding met je kind
  • Emoties mogen er zijn
  • Het is sneu als het kind iets – vervelends – meemaakt
  • Maak er een wedstrijd van: allerhande technieken inzetten
  • Naar de hulpverlener; het effect van ‘psychologisering’

Dit alles veronderstelt een gezonde basis, een vruchtbare ondergrond; een opvoedingsrelatie waarin ouders waarden overbrengen en een appèl doen op wie het kind kan worden. Waarden als behulpzaamheid, eerlijkheid en fatsoen. Met vaardigheden als uitgestelde aandacht, het reguleren van emoties, met feedback omgaan en het nut van ‘grenzen stellen’.

Blokkentorenmodel

Op basis van haar expertise, met name op de kennisgebieden van hoogsensitieve, hoogstimulatieve en hoogbegaafde kinderen, heeft Van der Veen het ‘blokkentorenmodel’ ontwikkeld.  Aan de hand van een kleurenmodel (paars, rood, bruin, blauw, oranje-groen-geel) schetst zij de leeftijds- en ontwikkelingsfasen van kinderen: 0-1½ jaar (baby -> dreumes), 1½-6 jaar (peuter -> kleuter), 6-12 jaar (het jonge kind), 12-21 (tiener -> adolescent), vanaf 21 jaar (jongvolwassene  –> volwassene). Elke fase heeft zijn eigen betekenis, dynamiek, ontwikkelingsproces en valkuilen. Zij raken aan vertrouwen, hechting, interacties, zelfvertrouwen en eigenheid, het gevoel van eigenwaarde.

Kanttekeningen

Twee kanttekeningen. De auteur gebruikt een aantal keren de termen ‘emotieregulering’ en ‘buffers’. Dat doet mij denken aan de methodische ouderbegeleiding en met name het denkmodel van Alice van der Pas. Integratie met dit theoretisch model kan het blokkentorenmodel versterken en verstevigen. Het tweede punt is het gebruik van terminologie (pag. III, Katern, punt 4). De auteur maakt onderscheid tussen: ‘veilige hechting’, ‘losse hechting’ en ‘gewetensvolle hechting’. Het lijkt in deze ordening dat ‘gewetensvolle hechting’ in een negatieve sfeer komt te staan, terwijl ik dit juist onder ‘veilige hechting’ zou ordenen. Ik zou dan eerder de aanduiding ‘ingehouden’ of ‘afgemeten hechting’ prefereren.

Conclusie

Van der Veen heeft haar onderwerp boeiend en deskundig naar voren gebracht. Verrassend en boeiend is het katern, midden in het boek. Dit geeft een helder overzicht met betrekking tot het blokkentorenmodel. Daardoor is het model goed te gebruiken door ouders, (pedagogische) hulpverleners, onderwijskrachten en andere belangstellenden.

Gerarda van der Veen heeft als auteur diverse publicaties over hoogsensitiviteit bij kinderen op haar naam staan en is moeder van twee volwassen dochters.

Ouders doen ertoe >

Bob de Raadt is werkzaam als medisch maatschappelijk werker, methodisch ouderbegeleider, contextueel hulpverlener bij Erasmus MC-Sophia en als gastdocent bij Erasmus MC Academie.

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER