Steeds jonger een mobiele telefoon

Inmiddels heeft vijf procent van de kinderen van vier jaar oud een mobieltje, zo blijkt uit onderzoek van telecomprovider KPN. Veel ouders maken zich daar zorgen over. Daarom start KPN start op eerstemobiel.nl de educatieve campagne ‘Hoe overleef ik mijn 1e mobiel?

Doel van de KPN-campagne is het gesprek tussen ouders en kinderen op gang te brengen over de gevolgen van het hebben van een mobiele telefoon en hoe je daar samen mee omgaat. In een online test komen de onderwerpen etiquette, sociale druk, pesten, privacy, kosten en bereikbaarheid aan bod. Zondag 12 november start op tv-zender Nickelodeon de zesdelige serie ‘Bart in de klas’, waarin met kinderen in groep 7 en 8 gesproken wordt over deze onderwerpen.

Leeftijd daalt

De leeftijd waarop kinderen hun eerste mobiele telefoon krijgen daalt ieder jaar. Kinderen die nu 17 en 18 jaar zijn, kregen deze gemiddeld toen ze 13,2 jaar oud waren. Kinderen die nu 13 en 14 zijn kregen hun eerste mobiel toen ze 11,7 jaar oud waren. Vorig jaar kregen bijna 71.000 kinderen van 12 jaar hun eerste mobiel, dat is 35 procent van het totale aantal kinderen van die leeftijd. Vrijwel geen enkele 17-jarige krijgt nog zijn eerste mobiel, vorig jaar slechts een paar honderd kinderen. In totaal kregen vorig jaar bijna 200.000 kinderen tussen de 4 en 18 jaar hun eerste mobiele telefoon.

“Uit ons onderzoek blijkt dat bij zowel ouders als kinderen veel vragen zijn over dat eerste mobieltje”, zegt Yvette Belt van KPN. “Ze vragen zich af wat normaal gebruik is en wat voor regels aan het gebruik gesteld kunnen worden. Daarom starten wij de campagne ‘Hoe overleef ik mijn 1e mobiel?’, die ouders en hun kinderen met vijf testjes inzicht biedt en ze helpt het gesprek aan te gaan om samen regels af te spreken. Op deze manier hopen wij onduidelijkheden te verhelpen en onzekerheden weg te nemen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen op een verantwoorde manier leren omgaan met de technologie van vandaag.”

Openheid belangrijk

De ouders moeten daarbij een actieve rol spelen, vindt kinderpsychologe en opvoedkundige Tischa Neve. “Het is belangrijk dat ouders zicht houden op bijvoorbeeld het WhatsApp-verkeer van hun kinderen en afspraken maken over wat ze wel en niet kunnen zeggen tegen anderen”, zegt Neve. “Als ze weten wat er gaande is, kunnen ze zaken makkelijker bespreekbaar maken. Zo voorkomen ze pestgedrag, maar kunnen ze ook de sociale druk beperken.” Openheid is volgens de psychologe belangrijk: “Ik zie vaak dat ouders stiekem meekijken op de telefoon van hun kind, maar het is beter om hier vanaf het begin open en duidelijk over te zijn.”

Bereikbaar

Tweederde van de ouders vindt het prettig om zijn kind altijd te kunnen bereiken, zo blijkt uit het onderzoek. Niet alleen de bereikbaarheid is belangrijk, door hun kinderen een beperkt beltegoed te geven leren ze ook hoe ze om moeten gaan met geld. Gemiddeld zijn kinderen nog net geen 13 jaar als ze een abonnement krijgen. Voor 1 op de 5 ouders zijn de nieuwe mogelijkheden die technologie geeft belangrijk. Veertig procent van de ondervraagde ouders zegt behoefte te hebben aan hulp bij de zogenoemde ‘mediaopvoeding’ van hun kinderen.

Meer weten?

Op kpn.com/beleef/gezin.htm vinden ouders meer informatie en tips over de onderwerpen die ook in de test centraal staan.

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER