Het kabinet maakt drie miljoen euro vrij voor de ontwikkeling van drie centra voor slachtoffers en plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling. De centra komen in de regio’s Hart van Brabant, Rotterdam-Rijnmond en Kennemerland. Met het geld gaan zij hun aanpak verbreden. De pilots zullen in het eerste kwartaal van 2019 starten.

In het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’ hebben ministers Hugo de Jonge (VWS) en Sander Dekker (Rechtsbescherming) samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat er drie centra voor slachtoffers en plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling komen. In de centra is de benodigde expertise (zoals forensische artsen, maatschappelijk werkers en politieagenten) fysiek onder één dak aanwezig. Op deze manier hoeft het slachtoffer niet telkens hetzelfde verhaal te vertellen aan verschillende instanties en volgt er één aanpak voor het hele gezin. Dit moet ertoe leiden dat acuut geweld eerder wordt gestopt, de veiligheid van slachtoffers wordt vergroot, er een passende aanpak voor plegers volgt en dat de betrokken organisaties beter met elkaar samenwerken.

In Kennemerland (www.mdck.nl) bestaat een dergelijk centrum al en daar heeft men goede ervaringen met deze werkwijze. Het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling Kennemerland werd op 18 november 2015 door H.K.H. Prinses Beatrix geopend (klik hier voor de toespraken). Op dit moment is de aanpak alleen gericht op slachtoffers van kindermishandeling. Met het geld zullen ze hun aanpak verbreden naar betrokkenen bij huiselijk geweld.

Programma ‘Geweld hoort nergens thuis’

Huiselijk geweld en kindermishandeling vormen een hardnekkig maatschappelijk probleem. Jaarlijks zijn nog steeds zo’n 200.000 volwassenen en 119.000 kinderen slachtoffer. Met het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’ willen de ministers van VWS en Rechtsbescherming samen met de VNG huiselijk geweld en kindermishandeling terugdringen, stoppen en duurzaam oplossen.

Het programma heeft als hoofddoelen dat:

  • huiselijk geweld en kindermishandeling eerder en beter in beeld komen.
  • iedereen weet wat te doen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling.
  • het voor slachtoffers, (mogelijke) plegers en direct betrokkenen gemakkelijker is om naar buiten te treden en om hulp te vragen.
  • voor slachtoffers de veiligheid duurzaam is geborgd en er passende hulp is voor herstel en dat plegers passend worden aangepakt.
  • professionals multidisciplinair en systeemgericht werken (met alle gezinsleden en sociaal netwerk) en de betrokkenen pas overdragen als de andere professional(s) goed op de hoogte is/zijn van de gehele situatie en kan aanvangen met het werk.

Meer weten?

Ga voor meer informatie naar de VNG-website, klik hier.

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER