Met name veel kinderen van laag opgeleide ouders blijven achter in hun geletterde ontwikkeling en deze achterstanden zijn al aan het begin van het onderwijs zichtbaar. Ouders spelen hierin een belangrijke rol. Wat zijn de hindernissen en kansen bij het stimuleren van de ontluikende geletterdheid van jonge kinderen via gezinsprogramma’s?

In het kader van haar promotieonderzoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzocht Sanneke de la Rie drie elementen van gezinsprogramma’s: hoe trainers (bijvoorbeeld leerkrachten) een programma overdragen aan ouders, hoe getrouw ouders de programma-activiteiten uitvoeren en of ouders programma-principes ook toepassen in alledaagse situaties.

Met gezinsprogramma’s wordt geprobeerd de geletterde omgeving van jonge kinderen te stimuleren om zo hun ontwikkeling te ondersteunen. Over het algemeen blijken deze programma’s effectief, maar juist voor kinderen van laag opgeleide ouders zijn de effecten teleurstellend. In de literatuur wordt gesuggereerd dat variatie in implementatiekwaliteit (ten dele) verantwoordelijk is voor de gevonden verschillen in effectiviteit.

Vier studies

In het kader van het promotieonderzoek zijn vier studies verricht. De eerste studie is een review van de literatuur over implementatiekwaliteit van gezinsprogramma’s. Deze studie geeft inzicht in de manier waarop programma-implementatie in effectstudies tot nu toe is gemeten en wat eerder onderzoek laat zien aan systematische verschillen in implementatie. Ook brengt de studie in beeld wat er bekend is over de relatie tussen implementatie en programma-effecten.

In de tweede studie zijn de implementatiekwaliteit en effecten van een Nederlands gezinsprogramma onderzocht: VVE Thuis voor kleuters (Nederlands Jeugdinstituut, 2014).

In de derde en vierde studie is diepgaander gekeken naar ouder-kindinteracties tijdens twee activiteiten die worden gebruikt in gezinsprogramma’s zoals VVE Thuis: voorlezen en praatplaatactiviteiten. De studies geven inzicht in de hindernissen en kansen bij het stimuleren van de ontluikende geletterdheid van jonge kinderen via gezinsprogramma’s.

Verbeterpunten

De inbedding van gezinsprogramma’s blijkt op meerdere onderdelen voor verbetering vatbaar. Met name aandacht voor verschillen tussen ouders is belangrijk, zowel bij het stellen van programmadoelen als bij het gebruik van materialen. Tijdens de overdracht verdient dit aspect eveneens aandacht. Tot slot zouden toekomstige evaluatiestudies van gezinsprogramma’s meer aandacht moeten besteden aan implementatiekwaliteit om effecten te kunnen duiden.

Uit haar literatuurstudie blijkt tevens dat effectstudies naar gezinsprogramma’s weinig aandacht besteden aan de verschillende aspecten van implementatiekwaliteit. Vooral de kwaliteit van de overdracht van programma’s aan ouders wordt vaak verwaarloosd.

De vergelijking van de voorlees- en de praatplaatactiviteit liet zien dat beide geschikt zijn om ouder-kindinteracties te stimuleren. Verrassend was dat vooral tijdens praatplaten kinderen actief bijdroegen aan het gesprek en dat zowel ouders als kinderen rijkere taal gebruikten.

Effecten van gezinsprogramma’s : de rol van implementatiekwaliteit >

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER