moeder met dochtertje

Ongeveer een op de tien kinderen leeft in armoede. De notitie ‘Opgroeien en opvoeden in armoede’ (2018) van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) laat zien welke kinderen risico lopen, wat hun leefsituatie is en wat de gevolgen voor hun welbevinden zijn. Tot slot wordt de beleving van deze kinderen en hun ouders geschetst. Dat schrijft Hilde Kalthoff op de NJi-website.

Kinderen in armoede zijn op allerlei terreinen slechter af. Hoe langer een gezin in armoede leeft, hoe meer kans kinderen hebben om zich angstig, afhankelijk en ongelukkig te voelen. Dit kan leiden tot fysieke of psychische klachten zoals hoofdpijn, buikpijn of tekenen van vermoeidheid. Kinderen in armoede zijn negatiever over hun leven en toekomst dan hun meer welvarende leeftijdgenoten. Hun leven biedt te weinig stabiliteit en zekerheid. Dit maakt het lastiger om een goed toekomstperspectief te hebben.

Multi-problematiek

Als armoede tijdelijk is, en er geen andere problemen zijn, kunnen ouders daar meestal goed mee omgaan. In gezinnen in armoede spelen echter vaak meerdere problemen tegelijkertijd. De situatie is dan erg lastig voor ouders. Deze ouders lijden vaak onder stress, voelen zich psychisch steeds minder goed en worden onzeker over hun rol als ouder en opvoeder. Een sociaal netwerk kan zorgen dat ouders net rond kunnen komen en het geeft steun bij het opvoeden. Laagopgeleide, alleenstaande ouders ontbreekt het vaak aan een goed sociaal netwerk.

Onveilige hechting

Armoede geeft vaak stress en spanning, waardoor in sommige gezinnen de band tussen ouders en kinderen onder druk staat. In langdurig arme gezinnen zijn weinig kinderen veilig gehecht. Deze kinderen lopen een groot risico dat zij later problemen in hun ontwikkeling krijgen.

Er is een relatie tussen onveilige hechting en het minder goed kunnen omgaan met leeftijdgenoten en stressvolle situaties. Onveilige hechting heeft eveneens negatieve invloed op: gedrag, psychopathologie, cognitieve vaardigheden en taalvaardigheden.

Slechtere hersenontwikkeling

Armoede kan zorgen voor een slechtere hersenontwikkeling, waaronder een slechtere emotieregulatie. Dat geldt vooral voor kinderen van ouders die behalve met armoede nog te maken hebben met andere problemen die stress geven. Kinderen uit arme gezinnen hebben vaak een minder voorspoedige schoolloopbaan. Een aantal van hen heeft al een aanzienlijke achterstand in hun ontwikkeling als ze naar groep 1 gaan. Door een lage opleiding van ouders en moeilijke leefomstandigheden als gevolg van armoede, kan sprake zijn van een weinig ondersteunende en stimulerende ouder-kindinteractie. Hierdoor ontwikkelen kinderen zich niet optimaal. Materiële achterstanden kunnen tevens bijdragen aan een slechtere concentratie op school, leerachterstanden en voortijdig schoolverlaten.

Risico op kindermishandeling

Armoede in het gezin is een risicofactor voor kindermishandeling. Als er in een gezin meer dan vier risicofactoren (zoals werkloosheid, lage opleiding, arbeidsongeschiktheid, slechte huisvesting) in het spel zijn, is de kans op kindermishandeling rond de 30%. Ook voor jeugdcriminaliteit is armoede een risicofactor. Bij jongeren met ernstige gedragsproblemen en delinquent gedrag is vaak sprake van een opeenstapeling van risicofactoren in het gezin en opvoeding, in de omgeving en het kind zelf.

Slechtere gezondheid

Armoede heeft gevolgen voor de gezondheid van kinderen. Ongeveer een vijfde van de kinderen in armoede heeft overgewicht en obesitas komt aanzienlijk vaker voor. Overgewicht heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de gezondheid, maar deze kinderen worden ook vaker gepest en gestigmatiseerd en hun kwaliteit van leven – gelukkig voelen, contact met leeftijdgenoten, fysiek bewegen- is door het overgewicht vaak slechter dan bij andere kinderen

> Ga naar NJi-notitie ‘Opgroeien en opvoeden in armoede’

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER