Na een lange wandeling door de Swäbische Alb begreep ik ineens weer iets meer over kinderen en hun ontwikkeling. Delen van deze wandelroute door Zuid Duitsland waren door verschillend mensen op hun eigen manier uitgezet. De ene plaatste om de 100 meter al een teken zodat je wist dat je goed liep (methode A). De andere plaatste nauwelijks tekens er vanuit gaande dat je met een kaart en gezond verstand de weg wel vindt (methode B).

Maar wanneer had ik met methode A of met methode B te maken? Als ik geen tekens zag had ik ze dan wellicht gemist en was ik verdwaald? Of stond de route nu volgens methode B aangegeven? Een keer bleek dat we een teken gemist hadden terwijl we kilometers doorliepen met de gedachte dit dus methode B was. Niet de verschillende methode was het probleem, maar het niet weten wanneer de methode veranderde. Ik werd daardoor onzeker of ik wel goed liep.

Dit proces maken kinderen regelmatig mee als ze in een nieuwe omgeving komen en niet duidelijk is wanneer welke regels (methoden) van toepassing zijn. Neem een nieuwe school, een andere woonomgeving, een ander gezin of een nieuwe leerkracht: hoe ontdek je wanneer de regels anders zijn?

De wandeling maakte me bewust dat duidelijkheid zekerheid en veiligheid geeft. Je moet als opvoeder duidelijk maken welke methode geldt zodat je als kind niet kan verdwalen. Dan kan alle aandacht zich op het werkelijke ontdekken richten.

Soms laat je vak je niet los zelf niet als je met een rugzakje door de Swäbisch Alb loopt.


Bert Krapels,
Klinisch psycholoog en psychotherapeut

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER