Van de ouders die bekend zijn met online challenges, denkt 67 procent dat hun eigen kind hier niet aan mee zou doen. Zij zijn van mening dat hun kind hiervoor nog te jong is, goed met groepsdruk kan omgaan en niet veel online zit. Dat blijkt uit een onderzoek van Stichting Opvoeden.nl en Stichting T.I.M. onder het Landelijk Ouderpanel.

Van de ouders geeft 76% aan bekend te zijn met online challenges. De meeste ouders hebben van challenges gehoord via het nieuws (80%), social media of via hun eigen kinderen. 20% van de ouders weet ook dat hun eigen kind of vrienden van hun kind heeft deelgenomen aan een challenge. Een kwart van de ouders is niet bekend is met dit fenomeen. In totaal deden 454 ouders aan deze peiling mee, waarvan 404 moeders (89%) en 50 vaders (11%).

Het gesprek aangaan

65% van de ouders praat met hun kinderen over challenges. Ze vragen er dan spontaan zelf naar of doen dit naar aanleiding van nieuwsberichten. “Wij praten regelmatig over dit soort zaken en ik geloof niet dat onze zoon hier (al) in geïnteresseerd is. Maar ja, in hoeverre kun je dat als ouder weten?”, geeft een ouder aan.

De meeste ouders vinden het normaal dat jongeren dingen uitproberen zoals challenges, zolang deze maar niet gevaarlijk zijn. 33% van de ouders vindt challenges onzin en gevaarlijk. “Het is totaal niet stoer om aan zoiets mee te doen. Het is vooral heel dom,” aldus een ouder.”

Behoefte aan tips, feiten en filmpjes

22% van de ouders zoekt informatie over online challenges, meestal via Google of social media. Meer dan 90% van deze groep geeft aan voldoende informatie te vinden in hun zoektocht op internet. Zij hebben vooral behoefte aan:

  • Een korte opsomming met tips.
  • Feiten en cijfers over online challenges.
  • Een filmpje of animatie over online challenges.n

“Ik blijf regelmatig opnieuw zoeken naar informatie. De wereld verandert snel”, gaf een van de ouders aan.

Weerbaar maken

66% van de ouders vindt dat online challenges ook besproken moeten worden op school in bijvoorbeeld mentorlessen, lessen mediawijsheid of maatschappijleer. Zij vinden dat kinderen gewaarschuwd moeten worden en het goed is om hen meer weerbaar te maken voor groepsdruk en de gevaarlijke kanten van het internet. Het is goed dat kinderen ook horen van hun leeftijdsgenoten wat de gevaren kunnen zijn. Zo zegt een ouder: “Je zou met een ervaringsdeskundige erbij kunnen vertellen wat er kan gebeuren de gevaren ervan laten zien.” Andere ouders geven aan dat dit een taak is voor de ouders zelf en wat minder voor de school.

Verbeterde informatie voor ouders

Stichting Opvoeden.nl paste met Bureau Jeugd en Media de informatie over gevaarlijke internetspelletjes aan, klik hier. Hierin staan nu, op verzoek van ouders, voorbeelden in van ongevaarlijke challenges en tips voor het bespreken van dit onderwerp met je kind. Deze informatie staat op Opvoeden.nl en alle websites die deze informatie afnemen.

Stichting T.I.M. ziet dat scholen een belangrijke rol kunnen spelen in de juiste informatievoorziening op dit vlak. De ervaring is dat een groot deel van de ouders een kennisachterstand heeft als het gaat om internet en online challenges, omdat ze hiermee niet zijn opgegroeid. In die zin lijkt de school de meest voor de hand liggende plek om jongeren structureel te informeren. Het is volgens T.I.M. nodig om verder te werken aan verbeterde informatievoorziening. Bijvoorbeeld in de vorm van informatiefilms en animaties, maar ook moderne lespakketten voor scholen.

Voortaan aan onderzoeken van het Landelijk Ouderpanel meedoen? Meld je aan via deze pagina!

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER