twee kinderen

Dakloze ouders hebben vaak minder aandacht voor hun kinderen. Het is verschrikkelijk voor de ouders, maar zeker ook voor de kinderen, als ze hun huis uit moeten. Het is van belang om te zorgen voor een veilige situatie voor dakloze gezinnen. Hierbij moet aandacht zijn voor het verminderen van de nare ervaringen die ze hebben meegemaakt.

Nicole Kivits begeleidt gezinnen die dakloos zijn of dreigen te raken. Jaarlijks heeft ze met zo’n 220 kinderen te maken. Zij werkt bij van SMO Traverse, een organisatie voor opvang en begeleiding aan mensen die dakloos zijn of dreigen te raken, in Tilburg. Samen met andere professionals probeert ze ouders bewust te maken van wat er met hun kinderen gebeurt en leer- en ontwikkelingsachterstanden tijdig te signaleren. ‘De kinderen maakten al veel mee voor ze bij ons kwamen’, zegt ze in een artikel in Augeo Magazine. ‘Doordat ze vaak al meerdere keren zijn verhuisd, hechten ze moeilijk aan een nieuwe plek. Bij de ouders speelt wisselende problematiek. Denk daarbij aan financiële of relationele problemen, psychische klachten of een verstandelijke beperking. De ouders zijn meestal zwaar gestrest en zó bezig met hun eigen sores dat ze minder sensitief zijn voor wat hun kind nodig heeft.’

Vooral de kleintjes kunnen nog geen woorden geven aan de veranderingen die ze meemaken. ‘Dat uiten ze verschillend: het ene kind is heel stilletjes, het andere raakt overprikkeld en is heel erg druk. We zien ook nogal eens een terugval in ontwikkeling: bedplassen, slecht slapen, een ander eetpatroon. Dat heeft weer effect op het gedrag van de ouders, die al niet lekker in hun vel zitten. Ook grotere kinderen hebben veel stress. Zij verliezen vaak én het vertrouwde thuis én school én hun steunfiguren.’

Hard werken

Eerder kregen de medewerkers van Traverse bij heftige problematiek vaak onvoldoende grip op een gezin en was niet duidelijk wat de kinderen nodig hadden. De begeleiding was bijna uitsluitend op de volwassenen gericht. Er bleek meer ondersteuning nodig. ‘We beseften dat we al aan het begin van een gezinstraject breed moesten gaan kijken met meerdere professionals,’ zegt Nicole Kivits.

Ze gingen werken met de methode Veerkracht – een interventie voor de begeleiding van kinderen die met hun ouders in de vrouwen- of de maatschappelijke opvang terechtkomen. Het doel van de methode is zorgen voor een veilige situatie voor het kind en het verminderen van nare ervaringen die ze hebben meegemaakt. De begeleider brengt in kaart hoe het met het kind gaat en wat het nodig heeft.

Traverse overtuigde de gemeente ervan dat het gaat om het belang van heel kwetsbare kinderen. Dat was hard werken. ‘Tot dan toe werden we als Traverse vaak over het hoofd gezien. Na een bezoek van de wethouder Jeugd lukte het gelukkig om extra financiering te krijgen om met de methode Veerkracht te gaan werken.’ Traverse ging een verbinding aan met andere partijen, zoals de vrouwenopvang. Al in de intakefase wordt gekeken wie een gezin het beste kan opvangen: Traverse of de vrouwenopvang.

Jeugdverpleegkundige

Ook met de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD is Traverse een samenwerking aangegaan: bij de intake van een dakloos gezin is nu een jeugdverpleegkundige betrokken. Dat gebeurt tijdens het zogenaamde verlengde intakegesprek, want tijdens het algemene intakegesprek is er geen tijd om ook te praten over wat de kinderen nodig hebben. Lieke van den Bighelaar, een van de betrokken jeugdverpleegkundigen: ‘Tijdens het verlengde intakegesprek leggen we eerst uit waarom de GGD aansluit. Daarna praten we met de ouders over de impact van dakloosheid op de kinderen en bekijken we samen welke ondersteuning voor hen goed zou zijn. Soms kennen we een gezin al van het consultatiebureau in de wijk. Of weten we dat het gezin bekend is bij jeugdzorg.’

Lees verder >

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER