Kinderen van wie de ouder de eigen opvoeding als emotioneel verwaarlozend heeft ervaren, hebben meer kans op angst- en stemmingsstoornissen. Ook staan deze ouders minder open voor preventieve zorg aan hun kinderen.

Dat blijkt uit het promotie-onderzoek ‘Anxiety and Depression: Family Matters – Offspring risk and resilience, prevention and treatment’ van Helma Festen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat kinderen een groter risico lopen op het ontwikkelen van angst – en stemmingsstoornissen als een ouder hier zelf ook last van heeft. Het nieuwe onderzoek belicht verschillende aspecten van preventie, risicofactoren voor het ontwikkelen van angst- en stemmingsstoornissen bij kinderen en factoren die behandeluitkomsten kunnen beïnvloeden.

Ambivalent
Angst- en stemmingsstoornissen zijn ernstige, veel voorkomende aandoeningen, ook bij kinderen. Zij hebben een verhoogde kans op dergelijke stoornissen indien de ouders hun eigen opvoeding als emotioneel verwaarlozend hebben ervaren. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat ouders met psychische klachten ambivalent staan tegenover preventieve zorg en onderzoek daarnaar voor hun kinderen. Ouders geven aan wel behoefte te hebben aan informatie voor en over hun kinderen, met name over risicofactoren en opvoeden als je zelf met psychische klachten kampt. Daarnaast rapporteren hulpverleners ook een gebrek aan aandacht voor kinderen van patiënten. Het beschikbaar maken van informatie over risico- en beschermende factoren bij kinderen van patiënten, over opvoeden met psychische klachten en over ouder-kindfactoren zou een belangrijke eerste stap kunnen zijn in het vergroten van het draagvlak voor (verder onderzoek naar) preventieve interventies voor ouders en kinderen.

Negatievere zelf-associaties
Bij kinderen van patiënten lijkt de kans op het zelf ook ontwikkelen van angst of depressie groter wanneer die ouder zijn eigen opvoeding als emotioneel verwaarlozend heeft ervaren en er sprake is van impliciete negatievere zelf-associaties. Bij kinderen met meerdere risicofactoren die de kans op een angst- of stemmingsstoornis vergroten, lijken sterkere negatieve zelf-associaties nog geen rol te spelen. Ook rapporteren deze kinderen minder optimisme en meer pessimisme. De kans op een effectieve angstbehandeling voor kinderen neemt toe, wanneer moeders aangeven minder somber en angstig in het leven te staan en wanneer moeders emotioneel warm opvoeden.

Helma Festen is GZ-psycholoog bij GGZ Drenthe. Haar onderzoek werd gefinancierd door ZonMW.

Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER