Alle ouders hebben de intentie het beste te willen voor hun kind. Dit geldt ook als het misgaat, aldus klinisch psycholoog Resie Bessems. “Stem je hulpaanbod daarom af op het gegeven dat ouders een besef van ‘verantwoordelijk zijn’ hebben”, beklemtoont ze. “Wees bijvoorbeeld niet alleen bezig met hun pedagogische kwaliteiten, zeker niet in eerste instantie. Dan loop je het risico om al bij voorbaat de relatie met hen te verliezen. Ga uit van de intenties van ouders. Dit vergroot de kans dat de hulp aanslaat.”

Resie Bessems: “Elke ouder probeert, binnen de eigen mogelijkheden, het beste te doen”

“Jonge kinderen ontwikkelen zich in de relatie tot hun ouders”, legt Resie uit. “Mensen, dus ook kinderen en ouders, zijn bij uitstek sociale wezens. Dit houdt in dat er onderling continu interactie en dus beïnvloeding plaatsvindt.” Vanuit dit gegeven pleit zij voor nog meer aandacht voor het benutten van systeemdenken in de jeugdzorg. “Dit betekent oog hebben voor de wijze waarop de verschillende leden van een gezin elkaar beïnvloeden en wat dit doet met hun gedrag. Dat geeft aanknopingspunten voor de insteek van de hulp.”

Ouderschap versus opvoederschap

Een tweede overtuiging van haar is het afstemmen van de zorg en begeleiding op het gegeven dat ouders altijd een besef van verantwoordelijk zijn hebben. “Dit geldt voor alle ouders”, benadrukt ze. Van belang in dit verband is rekening te houden met het verschil tussen ouderschap en opvoederschap. “Ouderschap gaat over beleving, is tijdloos, onvoorwaardelijk en uniek. Het speelt zich af op identiteitsniveau. Biologische ouders hebben een universeel gevoel van ‘dit kind is van mij, dit kind hoort bij mij’. Het gevoel van verantwoordelijk zijn, is gekoppeld aan dat ouderschap. Opvoederschap is een rol. Het gaat over gedrag en kan ook uitbesteed worden, bijvoorbeeld aan pleegouders”

‘Elkaar vanuit gezamenlijke expertise ondersteunen betekent winst voor kinderen en ouders’

Dit gevoel is overigens niet hetzelfde als verantwoordelijk gedrag tonen. “Ouders kunnen wel degelijk de fout ingaan. Zoals we allemaal weten, kunnen ze heel bijzondere dingen doen met hun kinderen. Dingen, waarvan wij zeggen dat het absoluut niet mag. Bijvoorbeeld slaan. Maar doet een ouder dat, dan denkt deze dat klappen geven op dat moment de beste keuze is om te doen voor die situatie. Een héél ingewikkeld thema dus.”

Oog voor intenties

Met deze uitleg wil Resie niet zeggen dat ingrijpen c.q. bijsturen door professionals uit den boze is. Integendeel. “Waar het mij om gaat, is dat we oog hebben voor de intenties van ouders. Focussen we alleen op hun gedrag, dan kunnen we de plank behoorlijk misslaan. Gewoon omdat de ouders zich dan aangevallen voelen. Of niet gezien of gehoord. Nogmaals, in de opvoeding van een jong kind probeert elke ouder, binnen de eigen mogelijkheden, het beste te doen. Ook al doet hij of zij soms dingen die bij wet niet mogen.” Zij adviseert dit gegeven in de hulpverlening altijd in het achterhoofd te houden. ‘Echt altijd! Hoe moeilijk ouders het in een bepaalde situatie ook hebben, hun intentie is om het beste te willen doen voor hun kind goed. Zelfs als ze in onze ogen bijzondere dingen doen.”

Volgorde

Inzet van de hulpverlening is vervolgens om ouders vanuit deze invalshoek te ondersteunen in het vinden van een ander, meer passend spoor. “Daar zit een volgorde in. Dit begint met ontmoeten. Je moet zien wie ze zijn, hoe ze proberen om het goede te doen voordat je ze aanspreekt op wat aandacht verdient in hun opvoedingsaanpak. Spreek je ze direct aan op wat ze niet goed doen, dan gaan de hakken in het zand. Met als gevolg dat ouders diep van binnen blijven zeggen ‘Ja, maar ik probeer het toch!’. Kortom, je boodschap komt niet aan.” Door geen oog te hebben voor de goede intenties, loop je het gevaar dat de hulpverlening ontaard in een moeizaam proces. “Dit speelt vaak wanneer hulpverleners zich afvragen waarom ze ouders niet bereiken.”

Op woensdag 17 maart gaat Resie Bessems dieper op dit onderwerp in tijdens het online Regiocongres ‘Samenwerken rond het jonge kind in Gelderland’.

Zij illustreert haar woorden met een voorbeeld. “Neem een moeder die een kind dat niks eet forceert om te eten. Op de keper beschouwd is zij niet slecht bezig. Haar intentie is immers ‘Mijn kind moet eten, want anders gaat mijn kind dood. Ze doet het op deze niet passende wijze omdat ze niet beter weet.” Hoe problematischer gedrag de ouder vertoont, des te moeilijker hulpverleners het vaak vinden om daar bij aan te sluiten. “Dan wordt het min of meer als logisch ervaren dat een moeder of vader het fout doet.”

Kwetsbaar

Daar komt bij dat ouders van jonge kinderen per definitie kwetsbaar zijn, benadrukt Resie. “Ze zijn vaak nog maar korte tijd ouder en als het niet goed gaat met hun kind, zijn ze vaak nog heel onzeker en voelen ze zich tekort schieten. Vooral als het gaat over niet poepen, niet slapen en niet eten. Als er op die punten problemen zijn, dan is men bang dat het slecht is voor hun ontwikkeling.”

Tegelijkertijd realiseert Resie zich dat het maken van dit soort afwegingen heel lastig kan zijn. Daarom breekt zij een lans voor samenwerking. “In de eerste plaats omdat je elkaar vanuit gezamenlijke expertise kunt ondersteunen. Maar er speelt meer. Als we niet eensgezind samen met ouders problemen kunnen oplossen, dan lopen we het risico dat we hun onzekerheid eerder vergroten dan verkleinen. Want dan krijgen ze tegenstrijdige informatie. Samenwerken is gewoon nodig om het jonge ouderschap zo goed mogelijk te ondersteunen.”

Verdiepingsmiddag

Over dit onderwerp valt nog veel meer te vertellen. Dit doet Resie binnenkort tijdens de eerste editie van een serie regiocongressen van Vakblad Vroeg en IMH Nederland. Insteek is het vergroten van de gezamenlijke expertise  over de eerste duizend kritieke dagen in een regio, zowel qua kennis op dit gebied als qua  samenwerking. De aftrap vindt plaats in de provincie Gelderland en wel op woensdagmiddag 17 maart, uiteraard online gezien de omstandigheden.

Bekijk het programma en de deelnamemogelijkheden >>

 

 

 

 

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER