Onlangs kwam ik aan in Barcelona voor een congres.  Het kostte me veel moeite om van het vliegveld naar het station Sant te komen.  Mijn hotel moest daar in de buurt liggen.  Ik kwam terecht in een lawaaierig station vol eettentjes en voortratelende rolkoffertjes . Helaas stond dit stukje Barcelona niet op mijn kaart. Ook vond ik geen borden die me een aanwijzing gaven of ik het station voor of achter uit moest of wellicht aan de zijkant.

Ik werd overvallen door een vage onrust.  Die triggerde een herinnering. Ik was verdwaald in Heemskerk (voor een driejarige ook een wereldstad) omdat ik mijn daar wonende neefje kwijt was geraakt. Die herinnering  aan het gevoel van verlatenheid rolde over me heen. Moest ik links- of rechtsaf, of misschien rechtdoor? De paniek sloeg toe. Toen ik uiteindelijk toch het huis van mijn tante terugvond, kreeg ik daar op mijn kop omdat ik niet bij mijn neefje was gebleven. Mijn angst en paniek  werd niet gezien. Mogelijk had aandacht daarvoor deze herinnering verzacht tot “ook als je verdwaald bent, komt het goed”. Ikea heeft gelijk: aandacht maakt alles beter.

Maar nu ben ik ouder en ik herken mijn opkomende paniek. Mijn verstand neemt de regie over. Eerst een broodje eten tegen de honger. Dan een kaart kopen waarop heel Barcelona staat. Toen dat ook niet hielp: één richting proberen en vragen. Uiteindelijk ben ik er gekomen. Het hotel bleek op 2 minuten lopen van het station te liggen, maar ik deed er bijna een uur over. Zo kan paniek werken.

Soms hebben kleine opmerkingen vele jaren later grote gevolgen. Ik maak me geen  illusie dat ik als vader mijn kinderen daarin ontzien heb. Maar hopelijk hebben mijn kinderen net als ik ook gereedschap meegekregen om – zij het niet helemaal efficiënt – toch hun doel te bereiken.

Bert Krapels,
Klinisch psycholoog en psychotherapeut

------
Abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief en u ontvangt wekelijks een overzicht van relevante ontwikkelingen rond ouderschapskennis en –ondersteuning

LAAT EEN REACTIE ACHTER